“Verdedigen op eigen helft betekent veel met elkaar communiceren. Dat geldt voor de spelers in mijn laatste linie, maar ook voor de spelers in het defensieve blok (3, 4, 6, 8) in de as van het veld. Dan kom je bij een punt dat in mijn ogen heel specifiek is voor B-junioren. Ze vinden het erg lastig om elkaar aan te spreken wanneer iets niet goed gaat. Aan dit gegeven besteden we veel aandacht. We zetten verschillende werkvormen in om spelers elkaar aan te laten spreken op taken en afspraken. Afhankelijk van de speler kunnen we hem confronteren met beelden of hem directief zeggen dat hij duidelijker en specifieker moet coachen. Dit kan natuurlijk ook vragenderwijs. We proberen in besprekingen de spelers ook bewust te maken van het nut ervan.”
Storen op eigen helft
Arie van der Padt: “Een voorwaarde om goed te verdedigen op eigen helft zijn de onderlinge afstanden. Wij verwachten bij Sparta van de aanvallend ingestelde spelers dat ze nuttig blijven en waar nodig helpen, waardoor de tegenstander in kleine ruimtes komt te spelen. Een belangrijke rol binnen het verdedigen op eigen helft is weggelegd voor de twee controlerende middenvelders, de 6 en 8. Omdat wij met de punt naar voren spelen, vormen deze twee spelers een blok voor de viermansverdediging. In de praktijk betekent dit dat er als het ware in een vierkant gespeeld wordt. De 3, 4, 6 en 8 staan in de as en vormen een defensief blok, dat de tegenstander zo lang mogelijk uit ons strafschopgebied moet houden. Deze vier spelers moeten met elkaar meeschuiven in de lengte en breedte, ervoor zorgen dat het centrum dichtgehouden wordt en de tegenstander dwingen om via de zijkanten op te bouwen. Als dat laatste lukt, kunnen we dáár druk gaan zetten. Doordat we met een blok van twee spelers voor de verdediging spelen, is de kans veel groter dat we de tegenstander naar die zijkant kunnen dwingen. Hoe dichter we bij ons eigen doel komen, hoe dichter we op de tegenstander gaan verdedigen.”
Cruciale handelingen
Arie van de Padt: “Een onderdeel van dat communiceren is dat de 3 en 4 ervoor zorgen dat de ballijnen naar de 9 eruit worden gehaald. Voorwaarde hierbij is dat de 3 en 4 zorgen dat de 6 en 8 dicht bij ze in de buurt spelen. Doordat die 6 en 8 voor de verdediging spelen, komt het doorstappen van 3 of 4 tijdens het verdedigen niet veel voor. We proberen het blok zo lang mogelijk in stand te houden en afhankelijk van de situatie moet een controlerende middenvelder wel eens doordekken. We verwachten dan dat centrale verdedigers waar mogelijk diepgaande middenvelders oppakken en directief de middenvelder voor zich aancoachen, zodat die laatste in zijn zone kan blijven verdedigen. Daarnaast verwachten we van de laatste linie dat ze aansluiten zodra de tegenstander een pass terug geeft. De back houdt hierbij zijn directe tegenstander in de gaten, maar mag afhankelijk van de situatie naar binnen knijpen om rugdekking te kunnen geven in de as. Op trainingen kun je dergelijke situaties stilzetten en dan vragen stellen, zodat je helder krijgt of men vindt dat een 2 goed staat opgesteld. Ik vind het bij B-junioren belangrijk dat je ze erbij betrekt en dat betekent dat je veel vragen stelt. Door doorvragen worden spelers gedwongen worden om na te denken.”
Altijd de beste willen zijn
Arie van der Padt: “Als je in vormen bezig bent met verdedigen op eigen helft, zul je spelers moeten laten inzien dat ze elk duel moeten winnen. Om dit te bereiken trainen we alles onder volledige weerstand, net als in de wedstrijd. Dit ‘willen winnen’ heeft bij Onder 16 trouwens nog een andere functie. In dit elftal geldt het principe van ‘de beste elf spelen’ nog niet. Dat komt volgend jaar in de Onder 17 wél aan de orde. Werken aan een winnaarsmentaliteit betekent dat wij spelers voorbereiden op het selectiebeleid bij Onder 17. Elkaar de waarheid kunnen zeggen hoort daar dus bij en dat is een proces waar je als B-juniorentrainer je spelers bij moet helpen.”
Training
Verbeteren van het verdedigen op eigen helft
