#Linietraining #Onder 14/15Leestijd ≈ 3 minuten (679 woorden)

Jeugd Onder 15

Wilco Hellinga: ‘Als je kijkt naar zaken als puberteit, groei en verschillen in lichaamsbouw vind ik dat de Onder 15 met afstand de moeilijkste groep is om mee te werken. Omdat wij geen Onder 14 hebben, heb ik bij wijze van spreken een speler van 1,90 meter met schoenmaat 48, maar ook een speler van 1,40 met schoenmaat 35. Die verschillen maken dat je in je trainingen probeert te differentiëren. We trainen vier of vijf keer per week. Een aantal trainingen is met de hele groep, maar af en toe splitsen we de groep waarbij gelet wordt op die fysieke verschillen. Op de zaterdag spelen met name de tweedejaars. Maar om die groep eerstejaars die niet in de basis staat óók een prikkel en voldoende speelminuten te geven, spelen we doordeweeks wedstrijden in een regionale jeugdcup. Tegen sterke amateurclubs, bestaande uit tweedejaars, krijgt deze groep een mooie gelegenheid om zijn kwaliteiten te tonen. We zijn steeds op zoek naar nieuwe initiatieven om te zorgen dat spelers zich goed kunnen ontwikkelen. Het spelen van die doordeweekse wedstrijden is daar een voorbeeld van. Ook komt het voor dat we vroegrijpers uit Onder 13 al mee laten trainen met de groep eerstejaars uit Onder 15. Dit samenvoegen heeft een dubbel doel: enerzijds kunnen de betere jongens uit Onder 13 zich meten met jongens die ouder zijn. Anderzijds worden de eerstejaars nu minder aangesproken op hun fysieke kwaliteiten, omdat ze nu zelf de oudsten en fysiek gezien de sterksten zijn. Dit doorschuiven kan, omdat alle jeugdtrainers erg nauw met elkaar samenwerken. Onderling is er veel contact. Zo heb ik geregeld overleg met Robin Veldman, de trainer van Onder 13. Welke spelers kunnen een extra prikkel gebruiken en wie juist niet? Door wekelijks weer die afweging te maken hopen we recht te doen aan de ontwikkeling van elk individu.’

Gerelateerde artikelen