Positiespel Excelsior Rotterdam Onder 17
Kijkgedrag Jouk Pols: ‘Een onderdeel dat je binnen het positiespel goed kunt trainen is het kijkgedrag. Ik vind dat belangrijk, omdat spelers juist door het versterken van kijkgedrag betere keuzes gaan maken. Als ik tijdens positiespel de nadruk wil leggen op dat kijkgedrag, kies ik ervoor om zonder doelen te spelen, want dan zijn spelers meer gefocust op elkaar en op de bal. Wat ik tijdens positiespelen zoveel mogelijk probeer te doen is spelers in hun positie neer te zetten. Zo staan de 3, 4 en 9 in positiespelen veelal op de kopse kanten. Voor de 3 en 4 betekent dit dat ze het spel als het ware voor zich hebben en de nadruk komt dan dus te liggen op de inspeelpass en keuzes maken in de opbouw. In de oefenvorm (zie tekening) worden deze spelers door het plaatsen van schuine doeltjes automatisch gedwongen om schuine ballen in te spelen. En dat is wat we van de 3 en 4 willen zien, want juist door schuine ballen te spelen kan een andere speler gelijk opengedraaid aannemen, hetgeen het tempo in een aanval verhoogt. Daarnaast moeten de 3 en 4 gaan herkennen wanneer er achterin positiespel gespeeld kan worden en wanneer er voor de lange bal gekozen kan of juist moet worden.’