#TeambuildingLeestijd ≈ 3 minuten (617 woorden)

Mentale vorming

Martin Schmidt: ‘Ik ben geen trainer die de zaken langdurig op hun beloop laat en als het dan even niet zo goed gaat, ineens roept: nu moet er van alles veranderen. Als het gaat om de mentale vorming van mijn groep, begint het werk in de zomer. In juni houd ik er al rekening mee dat ergens in het jaar een moment kan ontstaan waarop de druk wat groter is. Dit betekent dat we in de voorbereidingsperiode allerlei teamevents op het programma hebben staan, waardoor de spelers dichter naar elkaar toe groeien en leren zich naar elkaar uit te spreken. Om de afspraken duidelijk te hebben, ook voor de spelers die nieuw zijn, stel ik een uitgebreid boekwerk samen waarin alle regels duidelijk verwoord zijn. Na een week in de voorbereiding houd ik een toespraak waarin alles aan de orde komt: hoe gaan we in deze ploeg met elkaar om? Wat doen we samen, wat kunnen we alleen doen? Als we te laat komen, wat gebeurt er dan? Hoe gaan we om met winst en verlies? Om de spelers actief te krijgen, organiseren bijvoorbeeld telkens drie spelers het ontbijt in de ochtend. Daar al moeten zij samenwerken. Het drietal gaat zelfstandig inkopen doen en houdt zich daarbij aan de voedingsvoorschriften die we hebben: geen croissants, witbrood of Nutella, maar sportbrood dat we van een gespecialiseerde bakker halen, biologische ham, Hänchensalami et cetera. We geven de spelers precies mee welke producten ze wel mogen kopen en welke niet, daarbinnen bestaat vrijheid. De ploeg organiseert dit verder zelf, daar hebben wij als trainers verder niet de hand in. Als het maar goed verloopt. En de week erna zijn drie anderen aan de beurt. In deze ploeg doen we alles samen. De materialen brengen we samen op het veld, we ruimen ze ook samen op. Ik open de training centraal, ik sluit ook centraal af. Alles is geregeld en afgesproken. Er worden geen ballen in het wilde weg geschoten. We laten geen kledingstukken slingeren in de kleedkamer. Mobiele telefoons, tablets, koptelefoons, we weten precies waar en wanneer dat wel is toegestaan en wanneer niet. Als iemand tegen de regels zondigt, volgt een straf. Dat hoeft niet altijd een financiële boete te zijn, want honderd euro straf voor iemand die dat in een half uur verdient, heeft vaak geen zin. Je kunt je voorstellen dat die speler opgelegd krijgt om een week lang materiaaldienst te draaien of ergens in een charitatieve instelling of bejaardentehuis te helpen. Overigens hecht ik eraan te vermelden dat niet ik of een andere trainer die maatregelen oplegt, maar de ploeg. En de spelersraad heeft daarin uiteindelijk beslissingsbevoegdheid. Tot het moment natuurlijk dat een speler vaker te laat komt. Dan haal ik hem naar me toe en gaan we iets veranderen. Dan merkt de speler dat het nu ernst wordt en hij er niet meer vanaf komt met een boete. Om het samen te vatten: we hebben een heel duidelijk boek met regels en discipline. De kaders zijn duidelijk. Daarbinnen kun je gaan waar je wilt, daarbuiten kun je consequenties verwachten. Op die manier hebben we in elke voorkomende situatie structuur, of we nu winnen of verliezen. Om op je vraag terug te komen: dus hoef ik, nu we een beetje onderin staan, niet veel anders te doen dan ik altijd doe. Stel je voor dat ik dit alles niet doe, en pas ga ingrijpen wanneer we een paar wedstrijden verliezen. Dan zegt de ploeg: we horen of zien je nooit, en nu het even minder gaat, ga je opeens allerlei dingen roepen. Dan ben ik dus te laat. Een duidelijke disciplinaire lijn is de enige manier om in alle situaties goed te blijven functioneren.’

Gerelateerde artikelen