Bondscoach Ronald Koeman heeft het de afgelopen maanden meermaals benadrukt: hij wil een energiek Nederlands Elftal zien. Er moet sprake zijn van een hoge intensiteit in het spel. Niet rondspelen om het rondspelen, maar met een duidelijk doel om in de aanval te komen. En: intensiteit in het drukzetten, liefst op de helft van de tegenpartij. Intensiteit in het spel is afhankelijk van iemands fysieke gesteldheid, van zijn tactische vermogen de goede kant op te lopen en last but not least: iemands bereidheid om steeds maar weer te gaan.
Intensiteit in het spel is afhankelijk van iemands fysieke gesteldheid, van zijn tactische vermogen de goede kant op te lopen en last but not least: iemands bereidheid om steeds maar weer te gaan
We halen twee aansprekende momenten terug uit de oefenwedstrijd tegen IJsland, die zich allebei afspelen in zo’n 6 seconden. Beide hebben te maken met het moment van omschakelen na balverlies op de helft van de tegenpartij.
We schrijven de 18e minuut. Nederland neemt een hoekschop. Die wordt afgeslagen. De verdedigers die waren meegegaan, zijn half op de terugweg naar achteren. Nederland verlies de bal halverwege de helft van IJsland. Sommige spelers joggen terug. Sommigen rennen. Reijnders zet vol druk op de bal en is daarmee half succesvol.




Een soortgelijk moment zagen we ook in minuut 63 tegen IJsland. De voorzet van Memphis levert balverlies op en de bal komt bij IJsland in de as.




Liever de bewegende beelden zien? Die staan in de Mediatheek (abonnees).
Als trainer wil je graag zien dat je spelers allemaal dezelfde gedachte hebben: zetten we druk of gaan we terug in de organisatie. Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Natuurlijk kun je ook een combinatie van beide opties uitvoeren: dichtbij de bal wordt drukgezet op de bal, terwijl de overige spelers terugplooien in de organisatie. Maar waar je als team ook voor kiest, het is wel zaak om van elkaar te weten wat er gebeurt en het plan bewust uit te voeren. Je mag verwachten dat de fysieke gesteldheid bij Oranje geen beperkende voorwaarde is. Dan blijven het tactisch inzicht en de bereidheid over. Om hier een stukje uit De Verlenging in de deze week verschenen editie van vakblad De Voetbaltrainer 282 aan te halen:
‘Onze redactie verbleef voor het artikel met Pepijn Lijnders enkele dagen in Liverpool. Dat waren intensieve en zeer interessante dagen. Nu wil het geval dat de huidige captain van Liverpool FC ook aanvoerder is van het Nederlands Elftal dat, op het moment dat u dit leest, aan de vooravond van het EK in Duitsland staat. Oké, het gaat hier om een totaal andere omgeving en een ander elftal. Van intensieve trainingssessies die (zoals bij Liverpool) jarenlang consistent bijna dagelijks worden afgewerkt, kan door het simpele feit dat bondscoach Ronald Koeman zijn spelers maar beperkte tijd bij zich heeft, al helemaal geen sprake zijn. Maar toch, als Van Dijk een sprankje van het Liverpool-voetbal meeneemt naar het eindtoernooi, zou het al geweldig zijn. Dan zien we hoge pressing en counterpressing, opkomende (wing)backs, dynamische flanken, grote aandacht voor de details bij de spelhervattingen en vooral een enorme wilskracht om iedere wedstrijd als een finale te benaderen. Lijnders en co deden dat, zoals in het openingsartikel te lezen is, bijna tien jaar lang: dag in, dag uit. Op het EK hoeft het ‘maar’ zeven wedstrijden, tot en met de finale. Zullen alle internationals samen door het vuur gaan voor elkaar?’

Als het gaat om dynamisch voetbal, kan Tijjani Reijnders daar wel eens een mooie exponent van worden tijdens dit EK. Zeker na de afwezigheid van Frenkie de Jong op het middenveld. In de oefenwedstrijd tegen IJsland mocht Reijnders de hele wedstrijd spelen. Wat data die we uit de rapporten van Wyscout en Sportsbase destilleerden: Reijnders had 47 acties deze wedstrijd, waarvan 32 succesvol. Van zijn 30 passes kwamen er 29 goed aan. Specifieker bekeken, het betrof 8 passes vooruit (7 succesvol), 9 passes achteruit (allemaal geslaagd) en 4 breedtepasses (alle succesvol). Hij verloor 6x de bal, waarvan 3 op eigen helft. Hij veroverde 5x de bal, waarvan 3 op de helft van de tegenpartij.
Tijjani Reijnders lijkt een belangrijke bijdrage te leveren aan het spel zonder bal, niet in de laatste plaats door zijn lichaamstaal en onvoorwaardelijke bereidheid om vuile meters te maken
Zou je sec naar zijn ‘wedstrijddata’ kijken, dan kun je op het verkeerde been gezet worden, want er is voldoende ruimte voor verbetering. Waar collega-middenvelder Joey Veerman de laatste tijd vooral wordt geroemd om zijn spel aan de bal (key passes), lijkt Reijnders een belangrijke bijdrage te leveren aan het spel zonder bal, niet in de laatste plaats door zijn lichaamstaal en onvoorwaardelijke bereidheid om vuile meters te maken. Droge data is daarbij niet heilig. Beelden zeggen ook hier meer dan 100 cijfers.
Tijjani Reijnders geeft in ieder geval het goede voorbeeld bij de counterpressing en gaat voorop in de strijd. Daarvoor hoef je geen aanvoerder te zijn.
Trainen op de omschakeling na balverlies? In de TrainingsPlanner vindt men maar liefst meer dan 360 oefenvormen die hier op betrekking hebben. Liever een e-learning (3 KNVB studiepunten) over het thema omschakelen? Die maakten we met René Hake, destijds trainer bij FC Utrecht. Meer lezen over het thema omschakelen na balverlies? Dat kan in meer dan 40 artikelen in ons online kennisplatform CoachVak.
