Veelzijdigheid in formaties: In het Nederlandse profvoetbal is 1:4:3:3 niet langer de norm
Jarenlang speelde nagenoeg ieder team in het Nederlandse profvoetbal 1:4:3:3. Vaak vormden zich koppeltjes op het middenveld en de speelwijzen van beide teams verschilden slechts op detailniveau. Inmiddels hanteren steeds meer trainers andere formaties. Welke gemene deler is hierin te ontdekken en welke voordelen biedt dit het Nederlandse voetbal?