Aanval tegen verdediging

Erik ten Hag: “Tot nu toe hebben we binnen de teamfunctie aanvallen vooral getraind op positiespel en het creëren van kansen in een georganiseerde situatie. Nu verleg ik het accent wat meer naar de omschakeling na balverovering: spelers moeten herkennen wanneer we in een overtal komen aan te vallen. Dan moet er snel gehandeld worden want anders is het moment weg. Om het snel uitspelen van de aanval (door het centrum) te trainen, is een 4:3-vorm geschikt. De bal begint bij een aanvaller/middenvelder die diagonaal speelt op een van de zestienmeterlijn komende aanvaller/middenvelder. Die speelt diep op een van de twee aanvallers op de andere helft. De enige niet-wedstrijd echte beperking voor de verdedigers daarbij is dat zij achter de aanvallers starten bij deze pass. Anders loopt de oefening niet (zie tekening 6a). Twee aanvallers sluiten bij op de andere helft en zo wordt het 4:3 plus keeper. Op de training van vandaag had ik echter minder spelers dan eigenlijk nodig zijn voor deze oefening. Daarom maakte ik het veld minder diep en werd de dieptebal op de spits gegeven door de (andere) keeper (zie tekening 6b). Sommige posities van de aanvallende viertallen moesten rouleren. Ook werden ze positiespecifiek ingevuld. Een flankaanvaller kwam vanaf de buitenkant, een aanvallende middenvelder met kwaliteiten tussen de linies kwam schuin achter de spits.”