In het voetbal is de spits de speler die in het midden van de aanval staat. Doordat hij in de as van het veld staat én dat hij onderdeel is van de voorste linie, bevindt hij zich vaak het dichtst bij het doel van de tegenstander. Daardoor zal hij het vaakst in scoringspositie komen. Het maken van doelpunten is dus ook een belangrijk taak van een spits. Echter, het maken van doelpunten is slechts een onderdeel. In dit artikel gaan we in op een aantal aspecten van de spits positie wanneer zijn team aan het aanvallen is.
De spits als verbindingsspeler
Een belangrijk vaardigheid van een spits is het zijn van een verbindingsspeler. Hiermee wordt bedoeld dat de spits meerdere medespelers met elkaar verbindt. De spits is meestal de meest vooruitgeschoven pion op het veld. De betekent dat het gros van de spelers zich onder hem bevindt. De maakt dat deze positie ideaal is voor een verbindingsspeler. Als de passlijn open is, kan de spits van achteruit worden ingespeeld. Hij staat dan met zijn rug naar het doel van de tegenstander. Aan zijn medespelers de taak om er vervolgens onder te komen. Daardoor kan de centrale aanvaller de bal kaatsen op de derde man of eerst wegdraaien en vervolgens passen. Het grote voordeel hiervan is dat de medespeler de bal ontvangt met zijn gezicht richting het doel van de tegenstander. In deze video zijn hiervan twee goede voorbeelden te zien.

Kapstokspits Lukaku
Een andere rol voor een spits is die van kapstokspits. Deze rol vertoont gelijkenissen met die van de verbindingsspeler. Aan de kapstokspits wordt het spel als het ware opgehangen. Dit is vergelijkbaar met een normale kapstok, vandaar deze naam. De spits ontvangt een bal van achteruit en houdt deze vast tot dat zijn medespelers bijsluiten. Op die manier is de kapstokspits als het ware ook een verbindingsspeler. Er zijn echter ook verschillen hiertussen. Bij de verbindingsspeler zijn de afstanden tussen de spits en zijn medespelers kleiner. Hierdoor kan hij sneller een medespeler aan het werk zetten. De kapstokspits is meer geïsoleerd. Vaak staat hij min of meer alleen voorin. De kapstokspits ontvangt dan een lange bal. Aan hem de taak om de bal te beschermen. Zo kunnen medespeler bijsluiten. De tijd die hiertussen zit is groter dan bij de verbindingsspeler. In deze video is een mooi voorbeeld te zien van de kapstokspits Romelu Lukaku.

Uit het gezichtsveld van de directe tegenstander bewegen
Een mooi voorbeeld van ‘een wedstrijd in een wedstrijd’: het duel tussen een spits en een centrale verdediger. Alfred Finnbogason komt voor het doel en kiest exáct het goede moment om zijn loopactie in te zetten. Dit doe hij als hij uit het gezichtsveld van de tegenstander is, zodat die altijd te laat is met volgen. Dat heeft te maken met het gegeven dat de verdediger op zo’n moment niet zowel de bal als de spits kan zien. Als de spits ook nog afstand houdt, kan de verdediger geen contact maken. Daardoor weet de centrale verdediger niet waar hij zich bevindt. Daarnaast is het belangrijk om op het juiste moment te anticiperen op de komende bal. Ook dat komt mooi terug in deze video. Finnbogason ziet dat zijn medespeler de bal speelklaar heeft. Twee passen voordat de lage voorzet kan komen, beweegt hij explosief naar de bal toe. Daarmee verrast hij de verdediger. Dat geeft hem genoeg ruimte om de bal achter zijn standbeen binnen te tikken.

Diepteloopacties van de spits
Volgens Peter Bosz zijn diepteloopacties cruciaal in het aanvalsspel van zijn team. Als de verdediger meegaat met de diepgaande aanvaller, dan ontstaat er ruimte tussen de linies. Blijft de verdediger staan, dan onstaat er juist ruimte achter de verdediging. De diepgang achter de verdediging kan worden verzorgd door een middenvelder, door een buitenspeler, maar ook door de spits. In deze video zijn mooie voorbeelden te zien van het diepgaan van de spits samen met een medespeler. In deze voorbeelden ontvangt de spits de bal niet direct. Maar doordat hij ook is diepgesprint, kan hij na een breedtebal gemakkelijk afwerken. Ook hierbij is de timing van het diepgaan van cruciaal belang. De medespeler moet de bal speelklaar hebben. Op die manier kan de bal achter de verdediging van de tegenstander worden gelegd.

Afronden 1 op 1 met de keeper
Tot slot het één op één afronden met de keeper. Uiteraard mag deze vaardigheid niet ontbreken. In deze video zijn vijf voorbeelden te zien. De eerste is in de verre hoek langs de keeper. De tweede is het afwerken in de korte hoek langs de keeper. Deze eerste twee manieren zijn afhankelijk van het positie kiezen van de keeper. Daarom is het voor de spits cruciaal om dit goed in de gaten te houden. Op die manier kan hier hierop anticiperen. Ten derde het voorbijspelen van de keeper. Die vierde optie is het met een boogje over de keeper heen schieten. Hiervoor is het belangrijk dat de keeper uit zijn doel komt. Als dat niet het geval is, is hiervoor niet voldoende ruimte om te stiften. Tot slot de vijfde optie. Dat is het afronden door de benen van de keeper. Als de keeper beide hoeken probeert af te schermen, moet hij zijn benen wijd houden. Dat betekent dat er ruimte ontstaat door de benen van de keeper.

Mediatheek
In de Mediatheek zijn onder andere video’s te vinden over de spits. Daarnaast zijn er wedstrijdvideo’s, uitleg bij het tactiekbord, oefenstofvideo’s en interviews te vinden. Wil jij toegang krijgen tot al deze video’s? De Mediatheek is al beschikbaar vanaf €40 per jaar!