Pagina 14 van: De Voetbaltrainer 245


www.devoetbal trainer.nl14
hij op dat moment ziet razendsnel
aan zijn ervaringspatronen in zijn
langetermijngeheugen. Hij maakt een
voorspelling van wat er gaat gebeuren.
Hoe meer en gevarieerdere ervarings-
patronen daarin zitten, hoe beter hij
een voorspelling kan maken.
Daarom is het zo belangrijk om ervoor
te zorgen dat spelers in zoveel mo-
gelijk verschillende voetbalsituaties
terechtkomen. Vergelijk het met auto-
rijden: je gaat situaties beter inschat-
ten naarmate je steeds vaker achter
het stuur zit. En zeker als je dan met
verschillende omgevingen en situaties
te maken krijgt. De ene keer op een
landweg, dan weer in een overvolle
stad in een vreemd land of op een
snelweg. Dat is met voetbal niet an-
ders. Als je veel voetbalt in verschil-
lende situaties en ruimtes, met steeds
wisselende ondergronden en soorten
ballen en andere tegenstanders, zorgt
je langetermijngeheugen ervoor dat je
zulke situaties in een wedstrijd eerder
herkent en ook de mogelijke oplos-
singen.
Een belangrijke factor daarbij is hoe
snel je informatie kunt opnemen en
verwerken. Dat meten we met cogni-
tieve testen. Daardoor weten we waar-
toe talenten op cognitief vlak in staat
zijn. Aan de poort zoeken we dus naar
goede voetballers en snelle bewegers
die ook nog eens snelle denkers zijn.
In de top is het heel snel kunnen op-
slaan en verwerken van informatie es-
sentieel. Een speler als Messi heeft de
beste van de beste computers in z’n
hoofd als het om het herkennen van
voetbalsituaties gaat en het voorspel-
lend vermogen van de beste oplossing
in die specifieke situatie. Dat is voor
het grootste deel genetisch bepaald.
Hoe minder je brein daartoe in staat
is, hoe meer je zult moeten camou-
fleren.
Als je moeite hebt om allerlei prikkels
te verwerken, is het niet verstandig
om voor de 10-positie te gaan. Dan
kun je beter aan de zijkant spelen of
achterin. Of ervoor zorgen dat je zo
min mogelijk op bepaalde posities
uitkomt. De breintesten geven daar
inzicht in. Met behulp van de cogni-
tieve testen kijken we wat meer naar
de aangeboren kwaliteit van het brein.
Omdat we het brein zo belangrijk
vinden, hebben we daarnaast ook nog
een ander systeem. Dat pretendeert
de verbindingen tussen het werkge-
heugen en het langetermijngeheugen
te kunnen verbeteren als je het pro-
gramma twee keer per week speelt.
Daardoor zou je sneller looplijnen
kunnen herkennen, beter het spel-
tempo kunnen controleren en betere
beslissingen in het veld nemen. Met
andere woorden: als dat klopt, neemt
de samenwerking tussen het werkge-
P R O F V O E T B A L
Ontspanning
‘Ons opleidingsprogramma is heel intensief voor
alle betrokkenen. Daarom denken we ook goed
na over ontspanning. Hoe kunnen we dat in ons
programma een plek geven? Dus hebben onze
mensen zich verdiept in wat onderzoek naar de
hormoonhuishouding van jonge sporters met een
overvol trainingsprogramma al heeft opgeleverd.
Hoe kun je bijvoorbeeld stresshormonen bij deze
doelgroep reduceren ten gunste van groeihormo-
nen? Hoe kun je door middel van je programma
andere geluks- of focushormonen laten toene-
men, waardoor de kans op een groter leereffect
toeneemt? Mede op basis van die kennis leren we
onze spelers waarom en hoe ze na de inspanning
het beste in alle vrijheid kunnen ontspannen. Ze
weten nu ook: ‘Zonder ontspanning geen inspan-
ning’.
Achter de computer voor betere verbindingen in je brein.
06-07-08-09-10-11-12-13-14-15-16-17_az.indd 14 16-10-19 14:04