De Voetbaltrainer 245 – pag. 39

| |

D e V o e t b a l t r a i n e r 2 4 5 2 0 1 9 39

S P E C I A L
A N D E R S D E N K E N , A N D E R S D O E N

A
N

D
E

R
S

D
E

N
K

E
N

, A
N

D
E

R
S

D
O

E
N

,
V

O
L

G
E

N
S

JO
A

C
H

IM
L

Ö
W

Toekomstmuziek
Hoe ver is het onderzoek en de implemen-

tatie van de sensorbroek?

‘In Delft kijken we naar de integra-

tie van de sensoren. Het moet goed

zitten, het moet geen groot hard ap-

paraat zijn. Dat kan vervelend zitten

als je een sliding neemt of als je een

andere tegenstander raakt. Wil je dit

soort technologie gebruiken, dan moet

het klein en accuraat zijn en niet te

zwaar. We hebben gepland om elk

jaar met een verbeterd prototype te

komen. De eerste sensorbroek is nog

met draadjes eraan om te kijken of

het werkt (zie afbeelding op pagina

38). We hebben gekeken of de sen-

soren die we gebruiken nauwkeurig

genoeg zijn en of het allemaal klopt

met alle camerasystemen. Dat blijkt

allemaal goed te lukken.

We gaan nu over een maand of twee

naar het tweede prototype. Daar heb-

ben we de draden al een stuk weg-

gewerkt en de snelheidsmeters sneller

en kleiner gemaakt. De bedoeling is

dat we die broek verder op het veld

uittesten. We willen volgend jaar tien

of elf sensorbroeken hebben die door

spelers uitgetest gaan worden. Uitein-

delijk moet het foutloos werken en

dan kan het ook in wedstrijden ge-

woon gebruikt worden. Ik kan me heel

goed voorstellen dat in de toekomst

iedereen van het eerste elftal die

broekjes aandoet en weet dat de data

worden gemonitord. Net zoals we nu

metertjes hebben om de hartslag enz.

bij te houden, gaan we ze dan gebrui-

ken om blessurerisico’s te monitoren.’

Breedtesport
De ontwikkeling van de sensorbroek is dus

nog in volle gang, en hoewel het product

nu nog niet klaar is voor implementatie

wordt de invulling steeds concreter. En

die eindigt volgens Jansen niet alleen bij

de elite.

‘We willen vanaf het derde of vierde

jaar ook een wat simpelere versie

ontwikkelen, met name bedoeld voor

de breedtesport. Dan willen we kijken

of we het ook met iets minder sen-

soren kunnen om er vervolgens een

soort slidingbroekje van te maken tot

de knie. Wij denken dat we met de

versnellingen die net boven die knie

worden gemeten ook kunnen terug-

rekenen wat de belasting is op het

bovenbeen en de knie. Dan kunnen

we de broek eenvoudiger en dus ook

goedkoper maken. Dan zou het ook

voor meerdere sporten kunnen wor-

den toegepast.’

‘Ik kan me heel goed voorstellen dat
iedereen van het eerste elftal in de

toekomst een sensorbroek aandoet en
weet dat de data worden gemonitord’

‘Voetballen is steeds meer een denksport’
Begin september sprak Willem Vissers

voor De Volkskrant uitgebreid met de

Duitse bondscoach Joachim Löw. Net

als o.a. de opleiders bij AZ benadrukte

hij in dat interview dat voetballen

steeds meer een denksport is en de

cognitieve vaardigheden van spelers

steeds belangrijker worden. Het be-

wuste citaat:

‘Voetbal is steeds meer een denksport,

waarin de handelingssnelheid in de

kleine ruimte cruciaal is. Spelers zijn

visueel ingesteld. ‘Alleen gesprekken

voeren werkt niet meer. Ze willen

beelden zien. De hiërarchie is ook niet

meer zo duidelijk als vijftien jaar ge-

leden. In discussies doen ze allemaal

mee. Ze zijn relatief kritisch over de

speelwijze, of over de trainer. Vroeger

uitten jongere spelers zich vrijwel niet

in groepsgesprekken. Met een 20-ja-

rige kun je nu uitgebreid bespreken

wat je van hem verwacht en vragen

hoe hij het zelf ziet.’

Als bondscoach heeft Löw veel zien

veranderen. Ook hoe de maatschap-

pij zich ontwikkelt. ‘Collega Ronald

Koeman praat met jonge spelers die

over twee paspoorten beschikken, om

zijn belangstelling in een talent uit

te spreken, alvorens die een keuze

maakt voor een land. Die keuze kan

van tal van factoren afhangen. Van

kansberekening, via druk vanuit de

familie tot sentimenten en tendensen

in de maatschappij.’

Duitsland mist nu types als Sané. ‘We

hadden een tijdlang relatief weinig

spelers die goed waren in een-tegen-

een. Onze spelers waren combinatie-

spelers. Nu hebben we Sané, Gnabry,

Brandt. Voor de toekomst moeten we

meer naar dat aspect kijken, en naar

de verbetering van cognitieve vaardig-

heden.’

H E T C I T A A T

37-38-39_broek.indd 39 16-10-19 14:20