Pagina 65 van: De Voetbaltrainer 245


De laatste tijd ben ik binnen FC Bar-
celona vooral actief op het gebied van
educatie. Ik ontwikkel cursussen over
hoe je bij toptalenten en -voetballers
het beste met sportvoeding kunt om-
gaan. Een soort scholingsprogramma
voor het kader. FC Barcelona deelt
dat soort kennis graag. Dus nu kan
iedereen online zich voor zo’n cursus
inschrijven. De club verkoopt dus nu
ook mijn cursus. Op 9 oktober organi-
seerde FC Barcelona in Nou Camp de
tweede editie van een groot internati-
onaal congres over sportvoeding. Dat
geeft aan hoe belangrijk de club dit
thema vindt. Zo’n congres is voor FC
Barcelona ook interessant om nieuwe
kennis te vergaren. De registratie van
het congres is een ander voorbeeld
van hoe FC Barcelona die kennis com-
mercialiseert.
Al die kennis is overigens niet één-
op-één te kopiëren. Bij voeding spelen
bijvoorbeeld verschillen in eetcultuur
een rol. Het lokale aanbod van pro-
ducten of het tijdstip van avondeten
bijvoorbeeld. In Spanje zijn mijn voe-
dingsadviezen voor de spelers anders
dan bij Red Bull Salzburg in Oostenrijk
of Chelsea in Engeland. In Colombia
zag ik hoe alle spelers elke dag precies
hetzelfde ontbijt kregen. Dat is zeker
niet ideaal, maar de spelers accep-
teerden het probleemloos. Het waren
bijna louter Colombiaanse spelers die
thuis niet anders gewend waren.’
Ontbijt
‘Vanwege het internationale karakter
van de selecties in Europa moet je als
voedingsdeskundige sowieso letterlijk
van alle markten thuis zijn. Bij PSV
ontbijten alle spelers samen. Maar
sommige buitenlandse spelers zijn
niet opgegroeid met brood bij het ont-
bijt. Daar hebben ze grote moeite mee.
Je raadt het al: dan bieden we een al-
ternatief aan. Bijvoorbeeld ontbijtgra-
nen met dezelfde voedingswaarde.
Bij zo’n ontbijt proberen we de ‘nor-
male’ dingen zo goed mogelijk te
doen. We zorgen wel voor extra eiwit-
ten. Wat vaker een ei en/of ontbijt-
pannenkoeken. De eiwitinname bij
het ontbijt van de gemiddelde Neder-
lander is namelijk te laag of iemand
moet al een echte melkdrinker zijn.
Bij het ontbijt houden we natuurlijk
al rekening met wat die dag het pro-
gramma voor de spelers is. Daarbij
werken we met kleuren voor de spe-
lers. Op een groene dag is het eten te
vergelijken met een gezonde maaltijd
voor een gemiddelde Nederlander.
Op een gele dag worden meer eiwit-
ten aangeboden. En een rode dag is
meestal een zware trainings- of wed-
strijddag met meer koolhydraten in de
maaltijden.’
Wetenschap
Welke ontwikkelingen verwacht u de
komende jaren?
‘Op de eerste plaats dat niet alleen de
topclubs een sportvoedingsdeskundige
in huis halen en met een voedings-
team gaan werken. Dat proces heb
ik in Engeland ook meegemaakt. Dat
zullen bij die andere clubs eerst part-
time functies zijn, maar redelijk snel
daarna fulltime jobs. Fysiek wordt er
steeds meer van spelers gevraagd.
Ze lopen eerder tegen hun grenzen
aan. Dan wordt voeding vanzelf een
bepalende factor. Wat de rol van de
wetenschap hierbij wordt? De ken-
nis over sportvoeding is enorm, maar
veel wetenschappers hebben nog
steeds moeite om hun kennis op een
aansprekende wijze over te dragen op
de praktijkmensen in de sportwereld.
Ze zouden bij die overdracht veel
minder in hun eigen vaktaal moeten
praten en schrijven. We maken echte
stappen wanneer wij als wetenschap-
pers leren de taal van de praktijk te
spreken. Dat geldt niet alleen voor de
voetbalwereld. Van de andere kant
mag er bij trainersopleidingen vanaf
het begin wat meer aandacht komen
voor de rol van de wetenschap in de
voetbalsport. Daar ligt ook een taak
voor de KNVB.
Bij PSV stoppen we energie in de des-
kundigheidsbevordering van de jeugd-
trainers. Daar begint het mee. Op
jonge leeftijd worden allerlei gewoon-
tes gevormd, die je op latere leeftijd
maar moeilijk kunt veranderen. Ook
wat voeding betreft. Dus moeten de
trainers van de jeugdspelers over vol-
doende kennis beschikken om hun ta-
lenten in een vroeg stadium de goede
eetgewoonten aan te leren. De jeugd-
spelers moeten ook leren begrijpen
waarom dat zo belangrijk is.
Mijn hoop is gevestigd op de nieuwe
generatie trainers die zelf het belang
van wetenschappelijke onderbouwing
hebben ervaren. Trainers die het ef-
fect daarvan op hun spelers willen
en kunnen overdragen. Daar zie ik
bij PSV fantastische voorbeelden van.
Bij Mark van Bommel die vol achter
de innovaties staat en constant bezig
is met beter worden. Bij de jeugdop-
leiding hebben we Ernest Faber en
zijn team, nieuwe faciliteiten en een
nieuwe keuken. Ik voel bij deze club
dat het onderwerp voeding op alle
vlakken wordt ondersteund.’
‘Wetenschappers moeten meer
de taal van de praktijk leren
spreken’
D e V o e t b a l t r a i n e r 2 4 5 2 0 1 9 65
S P E C I A L
A N D E R S D E N K E N , A N D E R S D O E N
Team
Asker Jeukendrup: ‘Samenvattend: wanneer je als club ook op voedingsge-
bied voor het maximale rendement gaat, stel je een team samen met een
wetenschapper die de lijnen en de structuur uitzet, en een voedingsdeskun-
dige die op de werkvloer communiceert met de staf en de spelers. Bij PSV
hebben wij Nick Dontje die enorm veel werk verzet op voedingsgebied. Hij
werkt samen met de koks om de wetenschappelijke kennis te vertalen naar
lekkere maaltijden. We hebben daarin heel belangrijke stappen gemaakt,
maar we zijn nog lang niet klaar. Het kan altijd beter.’
62-63-64-65_jeukendrup.indd 65 16-10-19 14:24