Pagina 73 van: De Voetbaltrainer 245


D e V o e t b a l t r a i n e r 2 4 5 2 0 1 9 73
(2-4) in Hamburg werd gehouden. Eén
principe tijdens verdedigen licht Goes
er uit: compact verdedigen in zone
(hoog, cirkel, laag); in eerste instantie
drukzetten als het hoog kan en de bal
veroveren, anders terugvallen in het
blok.
Terugvallen in het blok
‘We hebben de principes die Koeman
in dat interview in jullie vakblad
beschreef, gebruikt tijdens de Hac-
kathon. Zo vertelde hij onder andere
dat hij na balverlies van zijn spelers
verwacht dat ze terugvallen in het
blok. Het is interessant om hier dieper
op in te gaan: wat is het blok precies?
En wat wordt er verstaan onder ‘te-
rugvallen’? Hier zit een ruimtelijke
component aan, over welke spelers
hebben we het, waar op het veld moet
dat blok gaan staan? Tegelijkertijd is
er ook een tijdscomponent: hoe snél
moet men terugvallen in het blok
en tot hoe lang nádat er balverlies is
geleden telt dit principe nog? Als je
tien tellen geleden al balverlies hebt
geleden, moet het dan nog steeds? Uit
analyses tijdens die Hackathon bleek
dat in sommige gevallen, afhankelijk
van bijvoorbeeld hoe de tegenstander
staat, terugvallen in het blok helemaal
niet zo verstandig is.’
Waar de validiteit van bepaalde prin-
cipes in twijfel wordt getrokken, is het
natuurlijk minstens zo interessant om
te bekijken wat een aanval dan wél
succesvol maakt. Ook op dat vlak is er
dankzij het onderzoek inmiddels het
nodige bekend.
Overtal in de zestien
‘Als je het nu hebt over een concrete
voorspeller van winst of verlies, is
de mate waarin teams erin slagen
om een overtal te creëren in het zes-
tienmetergebied er zeker eentje. Je
kunt je voorstellen dat dit overtal,
gemeten in tijd, slechts neerkomt
op ongeveer één à twee minuten
per wedstrijd. Omgerekend is dat
ongeveer twee procent van de totale
speeltijd. Maar ondanks die beperkte
tijd blijkt dit een belangrijke indicatie
voor wie er gaat winnen. Zo scoort dit
‘overtal in de zestienmeter’ zelfs wel
veertig tot vijftig procent hoger dan
wanneer je kijkt naar de Packingrates
van beide teams. Dit geeft onder an-
dere aan dat het in voetbal dus vooral
belangrijk is wat er gebeurt zonder
bal. Want al dan niet komen tot een
overtal is het gevolg van loopacties
die plaatsvinden.’
Omzetten
‘Met behulp van alle analyses die we
inmiddels hebben ontwikkeld, zijn we
op termijn in staat om aan de hand
van het spelbeeld een win-probability
te maken. Hoe groot is de kans dat
een team, mits het op deze wijze
blijft spelen, gaat winnen. De andere
kant geldt dus ook: dat je al na een
half uur kunt zien wat je kansen zijn
als je blijft doen wat je deed. Dit kan
resulteren in het feit dat een trainer-
coach al snel besluit om te wisselen,
of besluit om iets om te zetten. Zelfs
voor clubbestuurders wordt dit inter-
essant: want een team kan vier of vijf
keer verliezen terwijl het absoluut
beter heeft gespeeld dan de tegen-
stander. Als je deze informatie laat
meetellen, wordt een afweging om al
dan niet door te gaan met een trainer
zorgvuldiger gemaakt. Maar, en zo
blijft het wel, data geven de trainer-
coach hoogstens een handvat om te
analyseren wat er goed en niet goed
gaat. Data kunnen je niet vertellen
wát je dan moet omzetten, dat is en
blijft aan de trainer-coach zelf om te
bepalen.’
Denken
‘Uiteindelijk kunnen onze analyses
gaan dienen als een spiegel voor
trainer-coaches, en misschien ook
wel voor het voetbal in zijn totaliteit.
Er zijn romantici die zeggen dat het
voetbalspel dermate complex is dat
het ook middels data niet te ontle-
den is. Daar ben ik het tot op zekere
hoogte niet mee eens. Wij zijn bezig
om laagje voor laagje van dat voet-
balspel af te halen en te komen tot
een coachcockpit waarbinnen we het
spel wel degelijk objectief kunnen
ontleden. Het in kaart brengen wat de
verschillen zijn tussen winnende en
verliezende teams is daar een voor-
beeld van. Tegelijkertijd merken we
ook dat niet iedere trainer-coach er
klaar voor is. ‘Allemaal leuk en aardig,
maar in de 88ste minuut met een 2-1
achterstand gaan we alles op alles zet-
ten en hoe meet je dat?’ Toch wordt
er over het algemeen enthousiast op
het onderzoek gereageerd en we den-
ken ook echt dat het trainer-coaches,
óók diegenen die niet de beschikking
hebben over tracking-data, aan het
denken zet.’
‘Waarom vijf seconden,
en niet vier of drie?’
S P E C I A L
A N D E R S D E N K E N , A N D E R S D O E N
De 6 haalt de bal op en geeft vanuit die positie de pass naar voren.
2
70-71-72-73_goes.indd 73 16-10-19 14:25