www.devoetbal trainer.nl10
sen de linies kwam. Dan is er ruimte
voor de opkomende back en legden ze
de bal vaak in de ruimte. Onze linker
centrale kon die dan niet verdedigen,
omdat hij in de dekking stond.
Wat we dan vaak vergaten, is dat de
rechter centrale over moet komen
om de dekking van de spits over te
nemen. En uiteraard knijpt de rechts-
back dan ook sterk. Doe je dat goed,
dan kan de linksback doordekken en
schermt je linker centrale verdediger
de ruimte achter hem af, terwijl het
ondertussen verdedigend toch goed
blijft staan.’ (tekening 6)
Training
Wat zijn interessante oefeningen om dit
te trainen? Biedt u dit vooral aan in grote,
tactische partijvormen of kunnen we dit
ook kleiner maken?
‘Dat maken we inderdaad vaak klei-
ner. We kunnen dat bijvoorbeeld
trainen in een positiespel 10:6, in
verschillende vakken. De aanvallers
en middenvelders die de druk moeten
uitoefenen, spelen dan tegen de tien
veldspelers van de tegenstander. De
lijnen op het veld zijn zowel horizon-
taal om de vakken aan te geven, als
verticaal voor de oriëntatie van de
verdedigende partij die immers de on-
derlinge afstanden moet respecteren.
Uiteraard geldt dan weer hetzelfde
principe van de 10 die als eerste
uitstapt om de balbezitter te dwin-
gen de eerste bal breed te geven.
Daarna is het de 9 die drukzet. Wat
je waarschijnlijk zult zien, is dat de
bal daarna naar de back gaat. Op dat
moment moet de rechtsbuiten van de
verdedigende partij al onderweg zijn
om die speler onder druk te krijgen.
(tekening 7)
Het gaat er dus om de aanvallende
partij naar de zijkant te dwingen.
Heeft die linksback eenmaal de bal en
speelt hij hem langs de lijn naar zijn
linksbuiten, dan is dat is feite geen
groot probleem. In de wedstrijd heb
je daar een back die hem kan bespe-
len. Wat absoluut niet mag, is dat de
centrale verdediger in balbezit niet de
linksback aanspeelt, maar met een
verticale pass een speler tussen de
linies of een spits kan bereiken. Dan
hebben wij de ruimtes niet goed dicht
gelopen. Dat kan betekenen dat de
rechtsbuiten te vroeg is gaan lopen,
waardoor die lijn is komen open te
liggen. In deze situatie (tekening 8)
moet ook de rechter middenvelder
ervoor zorgen dat die passlijn onmo-
gelijk wordt gemaakt. En uiteraard
moeten dan ook de linksmidden en
de linksbuiten weer bijsluiten en de
10 afhaken richting de controlerende
middenvelder, zodat de onderlinge af-
standen gerespecteerd blijven.
Een nog kleinere vorm waarbij het
met name gaat om de samenwerking
tussen de twee voorop en de twee
centrale middenvelders, is een posi-
tiespel met drie doeltjes waarin we
5:4 spelen. De bedoeling voor de 5 (de
verdedigers plus controlerende mid-
denvelder) is de bal in de doeltjes te
schieten. Scoren mag vanaf elke af-
stand, maar uitsluitend over de grond.
P R O F V O E T B A L
De rechtsbuiten van de tegenstander gaat tussen de linies spelen, de spits bindt de linker centrale
verdediger en de rechtsback wil de ruimte in (gele stippellijnen). Heerenveen moet nu sterk kantelen:
de rechter centrale neemt de dekking over, de rechtsback knijpt en de linker centrale bespeelt de
ruimte achter de linksback die doordekt (rode stippellijnen).
6
7
Het positiespel 10:6. Door de principes bij het drukzetten toe te passen, moet de pass naar de back
worden afgedwongen.
06-07-08-09-10-11-12-13_jansen.indd 10 22-01-20 13:37