D e V o e t b a l t r a i n e r 2 4 7 2 0 2 0 77
Oefening 3 uit het hoofdstuk ‘Vangen’:
Vangen na snelle kleine pasjes
Omschrijving
• A. De keeper beweegt zijwaarts met kleine, snelle, stappen tussen de
pylonen, dan beweegt hij voorwaarts en vangt de bal voor de pylo-
nen.
• B. De keeper beweegt diagonaal zijwaarts en snel richting de voorste
pylon en vervolgens zijwaarts naar het midden om daar de bal te
vangen voor de pylonen.
Coaching
• Geen spanning op het bovenlichaam – er mag alleen spanning in de
benen zijn.
• Begin met een hoge lichaamspositie (rechtop).
• Geen kruispas op het moment van vangen.
• De leeftijd/het niveau van de keeper bepaalt of de trainer/andere
keeper de bal moet gooien of schieten.
Oefening 3 uit het hoofdstuk ‘Hoge ballen’:
Hoge bal vangen met een tegenstander bij de eerste paal
Omschrijving
• 1. De trainer gooit een hoge bal tussen de eerste paal en Keeper 2.
Keeper 1 moet ‘Keeper!’ roepen wanneer de bal wordt gegooid door
de trainer.
• 2. Na het vangen van de bal, gooit Keeper 1 de bal terug naar de trai-
ner en neemt de positie van Keeper 2 in. Keeper 2 sluit achteraan in
de rij, achter Keeper 4.
• 3. Keeper 3 neemt de plek van Keeper 1 over en herhaalt de oefe-
ning.
Variatie
• Zet 2 keepers neer bij de eerste paal en gooi de bal daartussen.
• In plaats van keepers kunnen er ook poppen worden gebruikt. Zet ze
kort tegen elkaar aan zodat de keeper contact moet maken.
Coaching
• Het is belangrijk dat de keeper getraind is in het vangen van de bal,
terwijl er contact gemaakt wordt met andere spelers.
• Wanneer er een andere keeper voor komt te staan om weerstand te
bieden, moet de kwaliteit van het vangen hetzelfde zijn.
• Start dicht bij de eerste paal, hierdoor hoef je maar 1 stap te doen
(hoger niveau = verder van de eerste paal starten).
76-77_ebookarts.indd 77 22-01-20 13:48