Zelfregulatie in het
pupillenvoetbal
Waarom zou je als jeugdtrainer zelfregulatie bij je spelers willen stimule-
ren? Is dat alleen interessant voor topamateurs en Betaald Voetbal Organi-
saties (BVO’s)? Of kan zelfregulatie ook gestimuleerd worden bij een ama-
teurclub die werkt met welwillende vrijwillige trainers?
Praktische toepassingen
Tekst: Douwe Jan van der Wal
Streamer: ‘We willen het algehele niveau opkrikken, dus
zowel de frequentie van trainen (méér doen) als de kwali-
teit van de inhoud (beter doen)’
www.devoetbal trainer.nl30
De Jeugd VoetbalTrainer
Wat is het?
Zelfregulatie is het vermogen om je
eigen leerproces te sturen en te regu-
leren (1). Dat klinkt heel abstract, maar
dit proces bestaat uit verschillende
vaardigheden die aangeleerd kunnen
worden aan jeugdspelers, zoals reflec-
teren, doelen stellen, plannen, moni-
toren en evalueren.
Waarom van belang?
Het leren van deze vaardigheden is
van groot belang voor jeugdspelers.
Enerzijds, omdat zij zich hierdoor
doelgerichter en effectiever kunnen
ontwikkelen als voetballer. Het blijkt
namelijk dat goede atleten zelfregu-
lerende vaardigheden verder hebben
ontwikkeld dan atleten die minder
goed presteren (2).
Anderzijds is het ook waardevol,
omdat spelers profijt kunnen hebben
van deze vaardigheden op school of
in andere situaties in het dagelijks
leven. Zo is zelfregulatie een krachtige
voorspeller van de kwaliteit van leren
(3). Het blijkt dat kinderen die hogere
cijfers halen op school, meer zelfre-
gulerende vaardigheden inzetten dan
kinderen die lagere cijfers behalen (4).
sche en didactische aspecten van het
training geven. Laat staan dat zij dan
aandacht kunnen besteden aan het
stimuleren van zelfregulatie. Hoe kan
in een dergelijke situatie zelfregulatie
dan toch gestimuleerd worden?
Zelfregulatie integreren
Vanuit deze vraag zijn wij gaan in-
ventariseren of het mogelijk is om
zelfregulatie bij spelers te stimuleren,
ongeacht de trainer die voor de groep
staat. Dat zou kunnen op het moment
dat de vaardigheden reflecteren, doe-
len stellen, plannen, monitoren en
evalueren, geïntegreerd kunnen wor-
den in de organisatie van de training.
Dat hebben wij bij de RVA gedaan
door de structuur van de trainingen
aan te passen. Zo bestaat iedere
training uit een spelergestuurd deel
en een trainergestuurd deel. Bij het
spelergestuurde deel heeft de speler
het initiatief en bepaalt de speler wat
hij/zij wil leren en welke oefeningen
daarbij passen. Om dit in de organisa-
tie te integreren en spelers hierbij te
helpen wordt er gewerkt met het ‘RVA
Keuzebord’ (zie afbeelding 1).
Dit is een magneetbord waarbij spe-
Voor jeugdtrainers is vooral het eerste
punt interessant. Zelfregulatie kan
spelers helpen om zich doelgericht en
effectief te ontwikkelen als voetballer.
Maar hoe doe je dat dan?
Stimuleren door coaching
Bij de Regionale Voetbal Academie
(RVA) zijn wij aan de slag gegaan om
zelfregulatie te stimuleren bij jeugd-
spelers van 6 tot 13 jaar. In eerste in-
stantie richtten wij ons daarbij vooral
op de coaching. Zo kan een trainer
vragen stellen om spelers aan te zet-
ten om te reflecteren, doelen te stellen
etc. Een voorbeeld hiervan is dat de
trainer vraagt: ‘Wat ging goed bij deze
oefening en wat ging nog niet zo goed
(reflecteren)? Waar zou jij nog beter in
willen worden (doelen stellen)?’
Voor voetbalverenigingen is het las-
tig gebleken om trainers hierin op te
leiden, omdat het erg tijdsintensief is
en het verloop onder trainers is hoog.
Daarnaast kan ik mij voorstellen dat
veel amateurclubs werken met wel-
willende ouders of jonge onervaren
trainers, die hun handen al vol heb-
ben aan het draaiende houden van de
oefening en alle uitdagende pedagogi-
1: Zimmerman, 2000
2: Jonker, Elferink-Gemser, Visscher, 2012
3: Pape & Wang, 2003
4: Cleary & Chen, 2009 2
30-31-32-33_zelfregulatie.indd 30 04-03-20 11:43