De Voetbaltrainer 248 – pag. 30

| |

Zelfregulatie in het
pupillenvoetbal
Waarom zou je als jeugdtrainer zelfregulatie bij je spelers willen stimule-

ren? Is dat alleen interessant voor topamateurs en Betaald Voetbal Organi-

saties (BVO’s)? Of kan zelfregulatie ook gestimuleerd worden bij een ama-

teurclub die werkt met welwillende vrijwillige trainers?

Praktische toepassingen

Tekst: Douwe Jan van der Wal

Streamer: ‘We willen het algehele niveau opkrikken, dus

zowel de frequentie van trainen (méér doen) als de kwali-

teit van de inhoud (beter doen)’

www.devoetbal trainer.nl30

De Jeugd VoetbalTrainer

Wat is het?
Zelfregulatie is het vermogen om je

eigen leerproces te sturen en te regu-

leren (1). Dat klinkt heel abstract, maar

dit proces bestaat uit verschillende

vaardigheden die aangeleerd kunnen

worden aan jeugdspelers, zoals reflec-

teren, doelen stellen, plannen, moni-

toren en evalueren.

Waarom van belang?
Het leren van deze vaardigheden is

van groot belang voor jeugdspelers.

Enerzijds, omdat zij zich hierdoor

doelgerichter en effectiever kunnen

ontwikkelen als voetballer. Het blijkt

namelijk dat goede atleten zelfregu-

lerende vaardigheden verder hebben

ontwikkeld dan atleten die minder

goed presteren (2).

Anderzijds is het ook waardevol,

omdat spelers profijt kunnen hebben

van deze vaardigheden op school of

in andere situaties in het dagelijks

leven. Zo is zelfregulatie een krachtige

voorspeller van de kwaliteit van leren
(3). Het blijkt dat kinderen die hogere

cijfers halen op school, meer zelfre-

gulerende vaardigheden inzetten dan

kinderen die lagere cijfers behalen (4).

sche en didactische aspecten van het

training geven. Laat staan dat zij dan

aandacht kunnen besteden aan het

stimuleren van zelfregulatie. Hoe kan

in een dergelijke situatie zelfregulatie

dan toch gestimuleerd worden?

Zelfregulatie integreren
Vanuit deze vraag zijn wij gaan in-

ventariseren of het mogelijk is om

zelfregulatie bij spelers te stimuleren,

ongeacht de trainer die voor de groep

staat. Dat zou kunnen op het moment

dat de vaardigheden reflecteren, doe-

len stellen, plannen, monitoren en

evalueren, geïntegreerd kunnen wor-

den in de organisatie van de training.

Dat hebben wij bij de RVA gedaan

door de structuur van de trainingen

aan te passen. Zo bestaat iedere

training uit een spelergestuurd deel

en een trainergestuurd deel. Bij het

spelergestuurde deel heeft de speler

het initiatief en bepaalt de speler wat

hij/zij wil leren en welke oefeningen

daarbij passen. Om dit in de organisa-

tie te integreren en spelers hierbij te

helpen wordt er gewerkt met het ‘RVA

Keuzebord’ (zie afbeelding 1).

Dit is een magneetbord waarbij spe-

Voor jeugdtrainers is vooral het eerste

punt interessant. Zelfregulatie kan

spelers helpen om zich doelgericht en

effectief te ontwikkelen als voetballer.

Maar hoe doe je dat dan?

Stimuleren door coaching
Bij de Regionale Voetbal Academie

(RVA) zijn wij aan de slag gegaan om

zelfregulatie te stimuleren bij jeugd-

spelers van 6 tot 13 jaar. In eerste in-

stantie richtten wij ons daarbij vooral

op de coaching. Zo kan een trainer

vragen stellen om spelers aan te zet-

ten om te reflecteren, doelen te stellen

etc. Een voorbeeld hiervan is dat de

trainer vraagt: ‘Wat ging goed bij deze

oefening en wat ging nog niet zo goed

(reflecteren)? Waar zou jij nog beter in

willen worden (doelen stellen)?’

Voor voetbalverenigingen is het las-

tig gebleken om trainers hierin op te

leiden, omdat het erg tijdsintensief is

en het verloop onder trainers is hoog.

Daarnaast kan ik mij voorstellen dat

veel amateurclubs werken met wel-

willende ouders of jonge onervaren

trainers, die hun handen al vol heb-

ben aan het draaiende houden van de

oefening en alle uitdagende pedagogi-

1: Zimmerman, 2000
2: Jonker, Elferink-Gemser, Visscher, 2012
3: Pape & Wang, 2003
4: Cleary & Chen, 2009
2

30-31-32-33_zelfregulatie.indd 30 04-03-20 11:43