O n d e r 1 3
Glenda van Lieshout: ‘De Onder 13 is de eerste lichting die we in de jeugdopleiding hebben.
Ze spelen voor het eerst op het grote veld, maken een start met het spelen in 11:11. Ze ma-
ken kennis met verdedigen, aanvallen, met omschakelen en met wat daarbinnen gevraagd
wordt. In de Onder 13 brengen we ze dit bij in vier trainingen in de week én in de wedstrijd,
waarin de spelprincipes dus belangrijker zijn dan de formatie waarin gespeeld wordt. Een
voorbeeld van een spelprincipe in het verdedigen, is het ‘dichtmaken van de as’. Bij mij krij-
gen ze dat aangeleerd in 1:4:3:3. In die formatie is de verdeling van de spelers over het veld
min of meer gelijk, het is overzichtelijk en herkenbaar voor ze. Typerend voor de Onder 13 is
dat ze heel bewust met zo’n principe aan de slag gaan. Ze zijn leergierig, willen precies we-
ten hoe het zit. In trainingen gaan we van klein naar groot (zie trainingsvormen, red). In een
kleinere context komen minder variabelen voor, tegelijkertijd is het aantal herhalingen dat
zich voordoet dan erg hoog. Spelers leren eerst in die kleinere vorm wat het thema inhoudt,
en gaan daarna een stapje verder naar een grotere, meer wedstrijdechte vorm waarin ze
meer variabelen tegenkomen en het spel complexer wordt.’
Glenda van Lieshout (UEFA-B)
debuteerde in 2011 in de
Eredivisie Vrouwen namens VVV-
Venlo. Ze speelde toentertijd
bij SV Venray (satellietclub
van VVV-Venlo). In 2014 ging
ze naar FC Eindhoven, werd
in drie seizoenen twee keer
kampioen en werd in 2017
verkozen tot Speelster van het
Jaar op het Amateurvoetbalgala
in Eindhoven. Na een korte
uitstap van twee seizoenen bij
eredivisionist Achilles ‘29 is ze
weer actief bij FC Eindhoven in
de Topklasse. Via het CIOS kwam
Van Lieshout als stagiaire bij
Helmond Sport en bij die club
werkt ze nu voor het tweede jaar
als (assistent-)trainer bij de Onder
13. Dit jaar studeert ze af aan de
ALO op Fontys Sporthogeschool
in Eindhoven.
Stapsgewijs
Kennismaken
www.devoetbal trainer.nl48
‘Aan het begin van het seizoen hebben we bij Onder 13 een start gemaakt met het vinden
van het moment van druk. In eerste instantie probeerden we dit voor elkaar te krijgen
rondom de middenlijn. Door te kiezen voor een specifiek veldgedeelte, help je spelers op
twee manieren. Enerzijds voorkom je dat ze zo maar overal druk gaan zetten, ze leren sa-
menwerken en worden bewust gemaakt van bepaalde ruimtes op het veld. Anderzijds wor-
den de stappen die je neemt vóórdat je druk zet heel herkenbaar, omdat we de voorwaar-
den zo goed mogelijk proberen te creëren. De voorwaarden om te komen tot balverovering
leren we ze aan via de volgorde: dichtmaken van de as (1), dan wordt het veld automatisch
klein (2) en dán komt het moment van druk (3). Het moment van druk is natuurlijk ver-
der te specificeren en daar praten we met spelers over: komt een bal in de hoek, wordt er
een moeilijke inspeelbal gegeven, ook dát zijn momenten van druk en die moet je leren
herkennen. Het principe dichtmaken van de as maken we na verloop van tijd uitdagender
door te variëren in het veldgedeelte waarin we drukzetten: we weten hoe je druk zet rond
de middenlijn, kunnen we het nu ook op een ander gedeelte van het veld?’
48-49_helmond2.indd 48 04-03-20 11:46