www.devoetbal trainer.nl22
trainer anders. Als het maar uit je
hart komt en je eerlijk blijft. Jongere
spelers voelen meteen als je een to-
neelstukje opvoert en dan ben je ze
kwijt. In de winterstop nam ik altijd
de tijd voor individuele evaluatie-
gesprekken met iedereen die bij het
eerste elftal betrokken was. Dat was
geen eenrichtingsverkeer. Ook de spe-
lers konden alles zeggen wat ze kwijt
wilden. Dat deed ik ook. Geen mooie
praatjes, maar klip en klaar zeggen
wat je ervan vindt. Om vervolgens
samen aan de slag te gaan om beter
te worden. Als team, als speler. Jong
en oud. Ik heb al eerder gezegd dat
het ook afhangt van de clubcultuur
of die aanpak werkt. Zo heb ik in het
seizoen 2015/2016 bij vierdeklasser
Mifano in Mierlo getraind. Dat was
dus op hetzelfde niveau als FC Oda
waar ik met zoveel plezier trainde.
Ik wist dat ze daar heel goed met de
jeugd bezig waren. Dat sprak me aan
en dat gold ook voor de ambities van
het bestuur. Maar ik kwam er helaas
snel achter dat een paar spelers van
het eerste elftal bij de wedstrijdbe-
spreking op zondag twee tosti’s en
drie AA-tjes nodig hadden om niet in
slaap te vallen. Ook hun roodomrande
ogen waren niet van een allergie
maar van de alcohol. Tot vroeg in de
ochtend gingen ze op de avond voor
de wedstrijd uit. Ik snap best dat je
op die leeftijd op zaterdagavond een
biertje drinkt, maar helemaal niets
voor je sport over hebben, daar kan ik
niets mee. Er waren ook jonge spelers
bij die er wel voor gingen. Dus ik kijk
liever naar elke jonge speler apart dan
dat ik de jeugd als één groep of gene-
ratie benader.’
Had u ook een voorkeur voor één bepaalde
speelwijze?
Noud van Buul: ‘1:4:3:3, 1:4:4:2 of welk
systeem dan ook, hangt helemaal van
je spelersmateriaal af en vooral ook
de accenten die je legt. Met Heeze
speelde ik volgens de clubcultuur in
principe 1:4:3:3. We zijn begonnen
met achterin op één lijn te spelen. De
wisselwerking tussen de twee centrale
spelers was echter zo matig dat de
spits van de tegenstander meestal alle
vrijheid had. Dus besloot ik ouderwets
met een vrije verdediger en een echte
voorstopper te gaan spelen en het
ging lopen, omdat die twee centrale
verdedigers toen wel in hun kracht
konden spelen.’
Vakkennis
Marc Materek en Noud van Buul hebben
in hun loopbaan speelsters en spelers heel
wat bijgebracht. Waar haalden zij hun
(vak)kennis vandaan?
Marc Materek: ‘Ook de theorie kun je
eigenlijk alleen in de praktijk pas echt
leren. Door veel op het veld te staan,
veel te doen, veel mee te maken. Vaak
aan zelfevaluatie te doen: steeds op-
nieuw jezelf kritisch beschouwen. De
kunst van het coachen is leren van je
fouten en nadenken over hoe je het de
volgende keer beter kunt doen.
Leren doe ik ook door heel wat tijd
te steken in het volgen van andere
coaches, binnen én buiten de hoc-
keysport. Bij hun club, in boeken
en online. In alle hoeken en gaten
waar die kennis maar te halen is. De
laatste weken had ik ook de tijd om
Noud van Buul, ongeslagen kampioen met De Valk in het seizoen 2008/2009, na de kampioenswedstrijd bij BVV.
V T 2 5 0
18-19-20-21-22-23_oudenieuweabo.indd 22 10-06-20 08:48