De Voetbaltrainer 251 – pag. 45

| |

D e V o e t b a l t r a i n e r 2 5 1 2 0 2 0 45

Trainingsvorm 1: Aanvalsvorm 3:3 + K via back
Doel
• Het verbeteren van de diepgang van de buitenspeler

vanaf de binnenkant.

Organisatie
• Een (deel van een) half speelveld.

• 7 spelers en een keeper (of de aantallen logisch aan-

passen).

• 1 groot doel, 4 hesjes en voldoende ballen.

Inhoud
• De (witte) centrale verdediger speelt de bal in op de

hoge back.

• De buitenspeler van blauw houdt eerst de passlijn

dicht naar de buitenspeler van rood en zet vervolgens

druk op de back.

• Die heeft 3 keuzes: zelf naar binnen dribbelen (voor

de tegenstander langs kruisen), de buitenspeler inspelen (in de

voeten of in de diepte) en de spits inspelen.

• Verovert blauw de bal, dan kunnen zij scoren door de neutrale

speler te bereiken. Hij moet de bal in de middencirkel op eigen

helft controleren.

Coaching
• ‘Stel de back van de tegenstander voor een keuze door ertus-

senin positie te kiezen.’

• ‘Steek de bal als back schuin naar binnen, zodat de buitenspeler

de back kwijtraakt.’

• ‘Kijk als buitenspeler op voordat je een voorzet geeft om te zien

wat de spits doet.’

Methodiek
• Meer spelers toevoegen, zoals een aanvallende middenvelder

(centraal) en een buitenspeler (contrakant) bij rood en een cen-

trale verdediger (contrakant) bij blauw.

• Eventueel kan blauw er ook een linkermiddenvelder bij krijgen.

Hij vermindert de tijd en ruimte voor de rode buitenspeler als

die aan de binnenkant speelt. Dit maakt het voor het aanval-

lende team wel een stuk moeilijker om tot kansen te komen.

Patroon 2: Buitenspeler
trekt tegenstander mee,
diepte back in hoek

Door aan de binnenkant te spelen,

stelt de buitenspeler de back van de

tegenstander voor een keuze. Blijft hij

staan, dan staat zijn directe tegen-

stander tussen de linies vrij. Het komt

daarom regelmatig voor dat de back

doordekt. De buitenspeler staat ge-

dekt, maar hiermee geeft de back wel

de hoek prijs.

Heen en weer
De back en de buitenspeler moeten

continu spelen met ruimtes. Staan ze

nog te veel in hun eigen positie? Dan

is het voor de tegenstander gemak-

kelijk op te lossen. Lopen ze beiden

zo ver door dat de tegenstanders hen

overneemt? Dan bewegen ze weer iets

terug. Dit is een continu spel van heen

en weer bewegen om de tegenstander

telkens voor keuzes te stellen.

In de as
Hetzelfde principe komt nergens zo

sterk terug als in de 2:2-situatie op de

flank, maar kan in mindere mate ook

op andere posities plaatsvinden. Een

spits kan bijvoorbeeld in de bal spelen

en zien of hij daarmee een centrale

verdediger uit de laatste linie weglokt.

Gebeurt dit, dan creëert hij daarmee

ruimte voor een teamgenoot om diep

te gaan. Blijft de centrale verdediger

staan, dan staat de spits zelf vrij.

44-45-46-47_spelpatronen3.indd 45 21-07-20 14:37