In De Voetbaltrainer 261 bespreken we de positie van centrale middenvelder door met Phillip Cocu – oud-topspeler op die positie – wedstrijdsituaties te bekijken. In deze video zie je drie clipjes over dribbelen, waar Cocu het volgende over zegt.
Fragment 1
‘Soms komt het voor dat er niet of nauwelijks passopties zijn. Als je dan geen dribbel in huis hebt, blijven er weinig mogelijkheden over. Dan loop je in de val. Daarom is een goede dribbel een geweldig wapen voor een centrale middenvelder. Dan bedoel ik geen dribbel waarmee je in de frontale 1:1 langs je tegenstander dendert met een schijnbeweging. Nee, op deze positie gaat het meer om het versnellen richting de vrije ruimte en de timing van het moment.
Wat zo knap is aan de manier waarop Modric dribbelt (afbeelding 5), is dat hij de bal continu speelklaar houdt. Hij kan dus telkens – op basis van de situatie – kiezen om verder te dribbelen of juist te passen. Klassieke buitenspelers die goed zijn in de 1:1 hebben dat vermogen soms minder. Die gaan dan helemaal op in een dribbel en raken het overzicht kwijt.
Tegenstanders reageren natuurlijk op de speler die dribbelt. De richting en het tempo beïnvloeden hun keuzes. Maar het werkt ook andersom! Als jij als speler de bal speelklaar houdt, kun je reageren op de tegenstander. Blokkeert die een passlijn, dan versnel je erlangs. Verdedigen ze vooral jou, dan pass je. Dat is ontzettend moeilijk te verdedigen.’
Fragment 2
‘Wat Frenkie geweldig kan, is langs een tegenstander versnellen. Vaak doet hij dat nadat hij de tegenstander op het verkeerde been zet met een lichaamsschijnbeweging of zijn kenmerkende overstap. En soms ook door echt te accelereren, op het juiste moment. In deze situatie zijn de passopties beperkt (afbeelding 6). Terugspelen is lastig en de vrijstaande Daley Blind is moeilijk te bereiken. Frenkie vertraagt, vertraagt en versnelt dan ineens tussen vier tegenstanders door. Zo creëert hij luttele seconden later zelfs een overtalsituatie op de helft van de Oostenrijk. Als hij via de achterste linie de andere kant wil bereiken, kost dat veel meer tijd en kan Oostenrijk kantelen. Door deze versnelling krijgen ze daarvoor de kans niet.’
Fragment 3
‘Een andere variant in deze categorie is op een hoog tempo richting de vrije ruimte dribbelen. Waar Modric de bal steeds speelklaar had en Frenkie op het goede moment bij tegenstanders weg versnelde, heeft Goretzka de power om een heel stuk van het veld te overbruggen door écht snelheid te maken. Hij komt in deze situatie (afbeelding 7) zelfs geen tegenstander tegen, boekt een meter of veertig terreinwinst en speelt de bal dan schuin opzij richting de opkomende Alphonso Davies.’
Die absolute power en snelheid heeft Modric minder. Maar die compenseert dat vaak met een surplus aan spelintelligentie. Ik denk dan ook dat Modric in dezelfde situatie al vijf of tien meter hoger positie had gekozen. Die had de bal dan dichter bij de middenlijn ontvangen en minder snelheid nodig gehad om deze dribbel te maken. Goretzka heeft die power wél en is daardoor minder afhankelijk van goed positie kiezen. Soms kun je als centrale middenvelder beter wegblijven en de bal in de rug van twee tegenstanders ontvangen.’