Dit is een trainingsvorm uit het boek Trainen op cognitieve vaardigheden.
Organisatie en Inhoud:
In deze oefening komen verschillende executieve functies terug. Je kunt alle spelers tegelijk laten werken. De spelers dribbelen met bal naar het midden. Zij kappen de bal af en spelen de bal terug naar de speler die vrijkomt van de pylon. De speler die na de kap de bal speelt, zakt uit om de bal terug te ontvangen. Voor het ontvangen scant hij zijn schouder en ontvangt vervolgens de bal. Hij dribbelt verder en speelt eenmaal voorbij de lijn van de pylon de nieuwe speler aan.
Coaching:
In deze trainingsvorm kun je je als trainer richten op de manier van vrijlopen, het oriënteren van de ruimte en het handelen ernaar. Spelers moeten veel verschillende handelingen doen en zijn dus bezig met
voortdurende aandacht. Leer de spelers in deze vorm over de bal te kijken en het scannen van de schouder.
Methodiek:
Deze vorm kan ook beginnen door direct vanuit een pass te starten en de bal te kaatsen. Dan moet de speler in het midden al kijken welke kant de passer heen beweegt om de bal terug te spelen. Ook kan deze oefening met 3 stations gespeeld worden als je minder spelers hebt. Werk met trainers die kleuren
of getallen laten zien die spelers moeten opnoemen wanneer ze hun schouder checken.