‘De training sluiten we vaak af met een wedstrijdvorm waarin we de getrainde principes in de vorige oefeningen willen zien. We werken soms met doeltjes op de zijkant als extra, want dat zorgt ervoor dat de aanvallers snel kunnen scoren door het spel te verleggen. Bovendien leren de verdedigers om heel snel de gehele breedte van het veld te verdedigen; ze krijgen veel minder tijd om zich te organiseren bij een flankverandering. We werken hierbij met punten: drie punten voor een doelpunt in het grote doel en één punt voor een doelpunt in een van de kleine doeltjes.’
Philippe Clement (KRC Genk) in VT236 [3]
|
Paul Geerars |