De VoetbalTrainer nr. 262

(2 klantbeoordelingen)

 17,95

De Voetbaltrainer #262

  • Rogier Meijer (NEC): Variëren in formatie, maar niet in speelstijl
  • De formaties 1:5:3:2 en 1:5:2:3
  • 1:5:2:3 tegen hoge druk
  • 1:5:2:3 tegen een laag blok
  • Aanvallen vanuit formatie 1:4:4:2 (Erwin van de Looi)
  • 1:4:4:2 tegen 1:4:4:2
  • 1:4:4:2 tegen 1:5:3:2
  • Variatie in veldbezetting binnen alle fases (Andries Ulderink)
  • De formatie 1:4:3:3
  • Opbouwen in 1:4:3:3 tegen hoge druk
  • 1:4:3:3 tegen laag blok

Oktobernummer van De Voetbaltrainer #262, verkrijgbaar vanaf 14 december.

Artikelnummer: VBT202110 Categorieën: , Tag:

Beschrijving

De Voetbaltrainer #262

Rogier Meijer (NEC): Variëren in formatie, maar niet in speelstijl

Als trainer komt Rogier Meijer als een komeet uit de startblokken. In zijn eerste seizoen als eindverantwoordelijke promoveert hij met NEC naar de Eredivisie, in zijn tweede draait hij op het hoogste niveau direct uitstekend mee. Het voetbal is energiek, creatief en tegelijkertijd realistisch. NEC switcht regelmatig tussen 1:4:3:3 en 1:5:2:3, maar speelt desondanks herkenbaar voetbal. Hoe krijgt Meijer dat voor elkaar? In Doetinchem spreken we hem in verschillende sessies: aan tafel, voor het magneetbord en achter de laptop. ‘Ik ben geen trainer die krampachtig probeert boven de groep te staan.’

De formaties 1:5:3:2 en 1:5:2:3

Rogier Meijer heeft als trainer van NEC ervaring met twee verschillende formaties met drie centrale verdedigers. Vorig seizoen speelde zijn team regelmatig met drie centrale verdedigers en een middenveld met de punt naar achteren. Dit seizoen is dat meestal een vierkant: twee controleurs en twee ‘binnenspelers’. Hoe kijkt hij aan tegen deze formaties? Wat maakt ze zo effectief? En wat is belangrijk om een 1:5:3:2 en 1:5:2:3 goed te laten functioneren? ‘Eén vaste speler aan elke flank geeft duidelijkheid. Dat is voor sommige spelers fijn. Wel is variatie creëren op de flank moeilijker. Toch proberen we soms wat afwisseling te krijgen, bijvoorbeeld met de wingback die aan de binnenkant speelt.’

1:5:2:3 tegen hoge druk

Elke trainer die weleens vanuit 1:4:3:3 of 1:4:4:2 tegen 1:5:2:3 heeft gespeeld, weet voor hoeveel verwarring dit kan zorgen. Eigenlijk heb je je backs nodig om de drie aanvallers te bespelen, maar dat opent wel de hoeken voor de hoge wingbacks. Van dit dilemma probeert Meijer – als hij NEC in 1:5:2:3 voor de dag laat komen – optimaal gebruik te maken. Hoe precies? Dat bespreekt hij binnen verschillende scenario’s waarbij de tegenstander hoog drukzet.

1:5:2:3 tegen een laag blok

Hoe val je vanuit 1:5:2:3 aan tegen een team dat inzakt, de linies kort op elkaar houdt en vooral bezig is met tegenhouden? Natuurlijk kun je veel lange ballen en vroege voorzetten geven, in de hoop dat er eens een bal goed valt. Rogier Meijer heeft een andere kijk op voetbal. Hij wil – ook tegen een laag blok – voetballend tot kansen komen. Hoe? Daarvoor gebruikt NEC verschillende looplijnen en spelpatronen. ‘Het liefst spelen we direct door de as. Maar meestal heb je de zijkant nodig om de eerste druk te omzeilen en vervolgens terug te keren naar het centrum.’

Aanvallen vanuit formatie 1:4:4:2 (Erwin van de Looi)

Sinds zijn aantreden bij Jong Oranje speelt Erwin van de Looi vaak vanuit een 1:4:4:2-formatie met een vierkant op het middenveld (1:4:2:2:2). Hij is daarmee de ideale persoon om te vertellen hoe je kunt opbouwen vanuit een 1:4:4:2-formatie tegen verschillende tegenstanders. Op ons verzoek doet Van de Looi hetzelfde vanuit 1:4:4:2 ruit en 1:4:4:2 vlak. We zoomen daarbij in op situaties die in de praktijk het meeste voorkomen.

1:4:4:2 tegen 1:4:4:2

In dit onderdeel staat het spelen vanuit 1:4:4:2 versus 1:4:4:2 centraal. We maken daarbij onderscheid in het zelf spelen in een vierkant, vlak en een ruit op de middenveld. De tegenpartij verdedigt dan in de praktijk doorgaans 1:4:4:2 vlak. Wel zullen er verschillen optreden bij hoge of lage druk. 1:4:4:2 tegen 1:4:3:3 In dit onderdeel staat het spelen vanuit 1:4:4:2 versus 1:4:3:3 centraal. We maken daarbij onderscheid in het zelf spelen in een vierkant, vlak en een ruit op de middenveld. Met nu de verschillende mogelijkheden als de tegenstander vanuit 1:4:3:3 verdedigt. Daarbij maken we onderscheid in hoge en lage druk, en zonevoetbal en koppeltjes.

1:4:4:2 tegen 1:5:3:2

In dit artikel staat het spelen vanuit 1:4:4:2 versus 1:5:3:2 centraal. We maken daarbij onderscheid in het zelf spelen in een vierkant, vlak en een ruit op het middenveld. Jong Oranje-coach Erwin van de Looi gaat in op de opties die het eigen team dan heeft. Daarbij maken we onderscheid in hoge en lage druk, en zonevoetbal versus mandekking.

Variatie in veldbezetting binnen alle fases (Andries Ulderink)

Het is een term die opvallend vaak terugkomt in de gesprekken met Andries Ulderink: vloeibaar voetbal. Niet uitgaan van een vaste formatie, maar zorgen voor diversiteit in de veldbezetting, in alle fases van het spel. Ulderink merkt dat ook tegenstanders steeds meer variëren. En juist dat maakt het zo interessant. ‘Je moet dus steeds beter afwegen wat je naar spelers toe brengt. Je wilt ze goed voorbereiden, maar niet overladen met informatie.’

De formatie 1:4:3:3

In een magneetbordsessie bespreken we met Andries Ulderink de formatie 1:4:3:3. In een later stadium voegen we tegenstanders toe. Vooralsnog gaat het puur om de verschillende bezettingen binnen deze formatie. Drie gedeeltes op het veld komen aan bod: laag en centraal (centrale verdedigers en centrale middenvelders), de vleugel (back en buitenspeler) en hoog en centraal (spits en aanvallende middenvelders). ‘De rol van de back heeft een enorme vlucht genomen. Vroeger stonden daar de mindere voetballers, nu zijn backs dynamische, multifunctionele spelers.’

Opbouwen in 1:4:3:3 tegen hoge druk

In deze magneetbordsessie met Andries Ulderink komt de tegenstander erbij. Die zet – op verschillende manieren – hoog druk. Allereerst met twee voorop, in een kom of in een ruit. Vervolgens met drie voorop, kantelend aan de contrakant of doorstappend aan de balkant. Welke opties heb je binnen deze scenario’s om onder deze druk uit te spelen? En wat wordt daarin gevraagd van de spelers op verschillende posities? ‘Je overtal ligt steeds ergens anders. Die man-meer wil je optimaal benutten.’

1:4:3:3 tegen laag blok

In het verleden was het nogal eens vloeken in de kerk: de bus parkeren. Maar dat taboe vervalt steeds meer. En dus ligt er vaker de uitdaging om zo’n laag blok kapot te spelen. Hoe doe je dat tegen veelgebruikte formaties als 1:4:4:2 vlak en 1:5:4:1 vlak? En welke keuzes maak je tegen een team dat mandekking hanteert en +1 achterop wil houden? Andries Ulderink bespreekt deze scenario’s op het magneetbord.

De Verlenging


			

2 beoordelingen voor De VoetbalTrainer nr. 262

  1. Juan De Clerck (geverifieerde eigenaar)

    Nog niets mogen ontvangen tot nu toe…

  2. Geoffrey Vandevenne (geverifieerde eigenaar)

    Heel interessant

Een beoordeling toevoegen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Andere suggesties…

  • De Voetbalmethode Speelwijzetraining: set van de 4 boeken

     85,00
    In winkelwagen
  • Set trainersmaterialen (4 stuks)

     25,00
    In winkelwagen