Tijdens de verschillende teamfuncties heeft een team verschillende doelstellingen. Bij het verdedigen probeert het te voorkomen dat en tegenstander gevaarlijk wordt én moet de bal worden veroverd. Het aanvallende team daarentegen, probeert de verdedigende organisatie van de tegenstander te slechten om uiteindelijk tot kansen te komen. Op individueel niveau is deze dysnamiek terug te zien in het duel tussen twee directe tegenstander. De verdediger probeert te voorkomen dat de aanvaller aan de bal komt. Terwijl de aanvaller juist wel aan de bal wil komen. Bijvoorbeeld om een medespeler opties te geven. Als de aanvaller vrij wil komen, moet hij gaan vrijlopen ten opzichte van zijn directe tegenstander. Marcelo Bielsa onderscheidt vijf manieren om vrij te lopen om aan de bal te komen. Deze vijf manieren worden uitgebreid beschreven in dit artikel. In dit stuk gaan we in op verschillende oefenvormen om te trainen op het vrijlopen.
Vrijlopen in een partijspel
Het vrijlopen is al op jonge leeftijd goed aan te leren. Het is daarin wel van belang om dit impliciet in de oefenvorm te verwerken. Een manier om dat te doen is onderstaande oefening uit de TrainingsPlanner. Bij dit 4:4 partijspel is het veld verdeeld in drie vakken. In de beide eindvakken is het 1:1+K. En in het middenvak is het 1:1. Het vrijlopen kan met een regel worden gestimuleerd. De spelers zijn gebonden aan hun vak en moeten allemaal de bal hebben geraakt voordat er kan worden gescoord. De volgorde waarop de gebeurt maakt niet uit. Dit dwingt de spelers om los te komen van hun directe tegenstander. Aangezien alle spelers de bal moeten raken, worden ze hier allemaal in betrokken. Wanneer de spelers hier vaak in slagen, kan de moeilijkheidsgraad worden verhoogd. Een regel waarin het terugspelen op de keeper wordt verboden zorgt voor dit effect.

Vrijlopen in een positiespel
Een andere oefenvorm die in het teken staat van vrijlopen is het positiespel 2:2+2 van de Porto jeugd. Omdat deze vorm versimpeld is, is deze bij uitstek geschikt voor spelers in de onderbouw. Echter, ook voor spelers van de andere leeftijdscategorieën is die bruikbaar. De oefening gaat als volgt. Er staan twee neutrale spelers op de kopse kanten. In het vak is het 2:2. Doordat er slechts twee spelers in een team zitten, is het moeilijk om als team te verdedigen. De spelers verdedigen meer man op man. Hierdoor komt het vrijlopen nadrukkelijk naar voren. Na een x aantal keer overspelen, verdient een team een punt. In eerste instantie kan de ene kaatser direct naar de andere kaatser spelen. Om de moeilijkheidsgraad te verhogen, kan er worden verplicht dat een speler in het midden de bal aanraakt.

Positiespel in een stervorm
Een vervolg op de oefening van de Porto jeugd is onderstaand positiespel in een stervorm. Dit zijn eigenlijk twee vierkanten over elkaar. Hierdoor krijgt de oefenvorm meerdere richtingen. De spelers aan de zijkant zijn kaatsers. Zij mogen de bal één keer raken. Elke kaatser blijft in zijn eigen vak. In het midden is het 2:2. De spelers in het midden hebben geen limiet wat betreft het aantal balcontacten en moeten goed vrijlopen. Beide teams spelen op balbezit. Het “gevaar” hierbij is dat de kaatsers veelal naar elkaar gaan spelen. Zij staan immers allemaal in hun eigen vak. Om dit te voorkomen kan je als trainer-coach verplichten dat een kaatser een speler in het midden inspeelt. Dit is een vrij intensieve oefenvorm voor de spelers in het midden. Het is daarom van belang om met korte blokken te spelen en de spelers in het midden te rouleren.

Wedstrijd-echte oefenvorm
Een mooi voorbeeld van het vrijlopen in een wedstrijd-echte oefenvorm is onderstaande oefening van Pep Guardiola in zijn tijd bij Bayern München. Deze oefening staat in het teken van het bereiken van de aanvallende middenvelder. Zij moeten er dus voor zorgen dat ze goed vrijlopen in de rug van de middenvelders van het verdedigende team. Deze vorm heeft een drietal varianten. De eerste variant is K+6:5. De vier middenvelders van het verdedigende team spelen op lijn. In hun rug moeten de aanvallende middenvelders vrijkomen. In de tweede variant is het 8:6. Het verdedigende team verdigt vanuit een 4:2 formatie. De laatste variant is een uitbreiding op de eerder varianten. Hierin is het 10:10+K. Het verdedigende team speelt met een 1:4:4:2 formatie. Als het aanvallende team de aanvallende middenvelder weet te bereiken volgt een 5:4+K.

Vrijlopen met behulp van vakken
Als een speler vrijloopt is het belangrijk dat zijn medespelers rekening met hem houden. Dat betekent onder meer ruimte maken voor elkaar. Die dynamiek komt terug in het positiespel 3:3+4 in 4 vakken. De vier neutrale spelers staan ieder aan een zijkant van het veld. Het veld bestaat uit vier vakken. Dat betekent dat er slechts één speler van het balbezittende team tegelijk in een vak zijn. Daarin komt het ruimte maken voor medespelers terug. Als een speler zich wil aanbieden in het vak waar al een medespeler staat, moet deze medespeler naar een andere vak bewegen. Daarmee train je de onderlinge afstemming tussen spelers tijdens het vrijlopen.

TrainingsPlanner
Wil je toegang krijgen tot tientallen oefeningen over vrijlopen? En daarnaast nog tot vele honderden positiespelen, pass- en trapvormen, partijspelen en andere oefeningen? De TrainingsPlanner is al beschikbaar vanaf €50 per jaar. Daarmee heb je onbeperkt toegang tot alle oefeningen. Daarnaast kun je leerlijnen gebruiken, een agenda aanmaken, gehele trainingen downloaden en je favoriete vormen opslaan.