Julian Nagelsmann is niet alleen de jongste hoofdtrainer in de geschiedenis van de Duitse Bundesliga, hij presteert ook nog eens uitstekend. Eerst loodst hij TSG 1899 Hoffenheim uit de degradatiezorgen, het jaar erop plaatst zijn team zich voor de Europa League en weer een jaar later zelfs voor de Champions League. Het succes is mede te danken aan zijn ongekende drang tot innovatie, gecombineerd met een bijzondere trainingsmethodiek.

Innovatie

Nagelsmann is continu op zoek naar nieuwe middelen om zijn spelers beter te maken. Zo installeerde Hoffenheim een scherm van achttien vierkante meter naast het trainingsveld. ‘Zo kunnen we spelers tijdens de training oplossingen laten zien’, zei Nagelsmann daarover. ‘Ik heb een iPad in mijn hand die ik kan gebruiken om de camera’s te besturen en beelden te tonen.’

Evenals Borussia Dortmund maakt Hoffenheim gebruik van een Footbonaut, een kooi waarin spelers ballen aangegooid krijgen en kunnen trainen op hun kijkgedrag, aannames, passing en schot. Ook werkt men bij Hoffenheim met een helix: een groot, gebogen scherm dat het 180 graden van het gezichtsveld van een speler beslaat en waarmee hij zijn kijkgedrag kan verbeteren.

Nagelsmann zelf werkt met een spraakcoach om te leren meer vanuit zijn buik te coachen in plaats van vanuit zijn keel. Zo voorkomt hij ontstekingen aan zijn stembanden. De jonge trainer staat bekend als tacticus, al benadrukt hij juist ook het belang van omgang met de spelers: ‘Dertig procent van coachen is tactiek, zeventig procent sociale competentie’, zo zei hij tegen de Süddeutsche Zeitung.

E-books

Bestel nu een e-book (PDF) waarin informatie staat gebundeld over onderwerpen als spelprincipes en scenario’s tijdens een wedstrijd.

Trainingsfilosofie

Ook op het gebied van trainingen denkt hij heel anders over voetbal dan veel andere trainers. Zijn belangrijkste methodiek in de trainingen is het aanbrengen van zeer veel variatie. Geen vaste patronen inslijpen, maar spelers continu overladen met nieuwe prikkels, nieuwe regels en nieuwe weerstanden.

‘Het gevaar is dat je iets gaat doen omdat je het nu eenmaal hebt getraind, en niet omdat het de passende oplossing voor een probleem is’, zegt Nagelsmann daarover tegen De Correspondent. En dus staan zijn trainingen bol van de variatie, om automatismen te voorkomen, evenals verveling. ‘Verveling staat leren in de weg. Als je een oefening op routine doet, dan leer je er nauwelijks wat van.’

Nagelsmann geeft een voorbeeld van een trainingsvorm die hij gebruikt. ‘We spelen twee partijen van zes tegen zes, met twee spelers die meedoen met de partij die de bal heeft. De spelers in de ploegen van zes bestaan uit drie koppeltjes, die bijvoorbeeld witte, groene, en oranje hesjes dragen. Bij elke kleur hoort een regel. Bijvoorbeeld dat je de bal twee keer moet raken, of dat je alleen met rechts mag passen. Telkens als een speler een fout maakt, dan schuift hij met zijn partner naar het andere veld, waar dan weer andere regels gelden.’

Alfred Schreuder werkt sinds het aantreden van Nagelsmann als diens assistent. ‘Net als de spelers de oefening doorhebben, doen we weer wat anders’, vertelde de Nederlandse trainer in gesprek met NRC. ‘We proberen de spelers in stresssituaties te brengen. We doen bijvoorbeeld een positiespel met een verdedigende partij in het midden, met daaromheen vier doelen waarop de verdedigers kunnen scoren als ze de bal hebben. Alle doelen hebben een verschillende kleur. Hebben ze de bal veroverd, dan roepen we bij welke kleur ze kunnen scoren. Door die veranderende omstandigheden moeten ze continu nadenken, wat vermoeiend is. Nieuwe spelers moeten dan ook erg wennen aan deze manier van trainen.’

Nico Schultz, deze zomer aangetrokken van Borussia Mönchengladbach, beaamt dat op de clubwebsite. ‘De trainingen van Nagelsmann zijn zeer veeleisend. Er zijn heel veel oefeningen die ik nooit eerder heb gezien. De meeste vormen spelen zich af in een heel kleine ruimte met veel contactmomenten met tegenstanders. Dit maakt ze snel en hectisch. Naarmate de training vordert, wordt er in steeds grotere ruimtes getraind.’

Nagelsmann past allerlei variaties toe in zijn trainingen. Zo was er laatst een foto te zien waarop Hoffenheim een partijspel speelde met drie teams en drie doelen, die in een driehoek staan opgesteld. Een andere foto, gemaakt vanuit een hoog camerastandpunt, toont speciale kalklijnen die het veld in verschillende vakken hebben verdeeld.

Ook FC Utrecht beschikt over zulke kalklijnen. Erik ten Hag vertelde daarover in De Voetbaltrainer 220: ‘De extra lijnen op het veld zijn een vorm van communicatie, ze vergroten onbewust de oriëntatie van spelers. Verdedigend bijvoorbeeld: hoe ver kom ik naar binnen bij het knijpen? Dat heeft z’n grenzen, net als doordekken. Die lijnen staan er niet in wedstrijden, maar mijn ervaring is dat spelers wel meer gevoel krijgen voor bepaalde situaties. Dat is een gevolg van herhalen, herhalen en nog eens herhalen. Daardoor verbetert de samenwerking.’

vakblad

Al 40 jaar is De Voetbaltrainer hét vakblad voor de toegewijde trainer/coach. Het magazine komt acht keer per jaar uit en bevat 80 pagina’s vol interviews met toptrainers, voetbal oefenstof en analyses.

Konzeptfussball

Ook het Duitse Konzeptfussballberlin.de vindt de trainingsmethodiek van Nagelsmann zeer interessant en besloot een aantal trainingen te bezoeken. Zij werkten de vormen uit als tekening en voegden een beknopte uitleg toe. Ook daaruit blijkt de manier van denken van Nagelsmann: veel verschillende, creatieve vormen met veel teams, weerstanden en regels.

Zo speelt Nagelsmann een positiespel in een middenvak, bijvoorbeeld 7:4 of 6:6 plus twee (zie de afbeelding linksonder). Na een bepaald aantal passes kan een team de bal uit het vak spelen naar medespelers daarbuiten en start een aanvalsvorm in overtal (twee spelers sluiten bij). Nadat er is afgerond, wordt er weer gestart met het positiespel in het middenvak.

In een andere vorm wisselen vier teams elkaar continu af (zie de afbeelding rechtsboven). Vier spelers (het witte team) bouwen op eigen helft op en kunnen gebruikmaken van een keeper en twee backs (in de zijvakken). Vier tegenstanders (het blauwe team) zetten druk. Bereikt het opbouwende team de overkant, dan stromen daar vier verdedigers in (het zwarte team) die de bal proberen te blokken. Is de aanval afgelopen, dan zet het aanvallende team (wit) daarna druk op een ander viertal dat juist de opbouw start (zwart).

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.