Het Nederlands elftal heeft zich geplaatst voor de knock-outfase van het Europees Kampioenschap, maar tevredenheid over het veldspel is er nog niet. Bondscoach Frank de Boer geeft direct na de wedstrijd aan, dat in balbezit er nog ruimte voor verbetering is. Waar moet de bondscoach vooral op letten?
Het Nederlands elftal komt in het duel met Oostenrijk moeizaam aan het voetballen toe. Dat komt mede doordat het moeite heeft met een van de belangrijkste spelprincipes uit de ‘Hollandse School’: het vinden van de derde man.
Het principe
Veel coaches hanteren het principe diepte voor breedte. Maar na een pass in de diepte moet de ontvanger van de bal wel opties hebben om het spel een vervolg te geven. Dit vergt oriëntatievermogen en het vermogen om vooruit te denken, maar het vergt ook een bepaalde dynamiek om steeds in beweging te zijn en te blijven. De filosofie van Johan Cruijff om continu driehoekjes te maken komt daarbij terug: je hebt degene die de bal speelt, degene die de bal ontvangt en een speler tussen die twee in, die de volgende pass ontvangt met zijn gezicht naar het doel van de tegenstander. Door de linie over te slaan, kan er een derde man onder komen en op die manier onder de druk uit voetballen.
Ook Marcelo Bielsa geeft aan hoe belangrijk de derde man is in het hedendaagse voetbal. ‘Dat is de toekomst van het voetbal’, zei hij tijdens een congres in België in 2017. ‘Je moet je vrijmaken voor degene die de bal gaat krijgen en die dus de derde man wordt. Iedereen maakt zich vrij om een oplossing te bieden voor de speler die de pass gaat versturen, maar niet voor degene die de bal gaat krijgen. Die derde man is het minst ontwikkelde wapen in het voetbal, terwijl je op die manier de meeste aanvalsmogelijkheden hebt.’
Om het spelprincipe tot uiting te laten komen zijn er enkele belangrijke voorwaarden. Dat begint met de speler die de inspeelpass geeft (voorwaarde 1). Deze pass moet op het juiste tempo op het juiste moment zijn. Spelers in de diepte moeten zich aanbieden (voorwaarde 2), waarna de overige spelers zich moeten oriënteren om als derde man óf onder de bal te komen, óf als derde man diepte te zoeken (voorwaarde 3). Dit doet hij/zij wanneer de aangespeelde speler net de bal ontvangt, zodat er een keuze is tussen kaatsen of wegdraaien.
Matige uitvoering
En juist die derde man was vaak niet te vinden voor de spelers van het Nederlands elftal tegen Oostenrijk. Daley Blind en Stefan de Vrij spelen vanuit hun centrale rol regelmatig Memphis Depay, Frenkie de Jong en Georginio Wijnaldum aan. Het vervolg ontbreekt; soms door een verkeerde pass, maar nog vaker doordat de derde man niet aansluit of niet klaarstaat om de bal te ontvangen.
In het onderstaande voorbeeld is te zien hoe Daley Blind zijn ploeggenoot Frenkie de Jong met een goede strakke pass aanspeelt (voorwaarden 1 en 2). De Jong wil de bal direct kaatsen op Georginio Wijnaldum. Hij staat alleen net niet goed gepositioneerd waardoor de bal achter hem terechtkomt. Bovendien lijkt het erop dat de aanvoerder van Oranje niet verwacht dat hij de bal kan krijgen. Daarmee mist Oranje voorwaarde 3 en moet het in de achtervolging om te herstellen.




Niet in alle gevallen ontbreekt het aan de derde man, maar soms gaat het door een verkeerde uitvoering mis. Niet veel later in het duel ontvangt Patrick van Aanholt de bal met een man in zijn rug. Middenvelder Frenkie de Jong staat klaar om als derde man de bal te ontvangen. Van Aanholt controleert de bal niet goed, verliest de bal en moet daardoor in de achtervolging met als gevolg dat zowel Frenkie de Jong als Patrick van Aanholt niet meer kunnen herstellen.


Het volgende voorbeeld laat zien hoe belangrijk het is om continu in beweging te zijn. In dit geval speelt Daley Blind de bal in op Patrick van Aanholt. Frenkie de Jong is als eerste derde man erbij om de bal te ontvangen. Maar vervolgens is er geen beweging vanuit degene die inspeelt Daley Blind (doorbewegen), Patrick van Aanholt (doorbewegen) of een andere speler van het Nederlands elftal. Het gevolg: balverlies Frenkie de Jong.


Goede uitvoering
Zo nu en dan lukt het Nederland tegen Oostenrijk wel het korte combinatiespel te spelen. Na een ingooi van Patrick van Aanholt ontvangt Daley Blind de bal. De linkercentrale verdediger heeft dan enkele opties: inspelen op Patrick van Aanholt, op Mathijs de Ligt en de iets diepere staande Marten de Roon (dit zou de derde man zijn). Daley Blind kiest voor een korte combinatie met Mathijs de Ligt. Hierbij kiest hij dus niet voor de derde man.
In de situatie daarna heeft Blind weer twee mogelijkheden. Hij kan Memphis Depay inspelen of Frenkie de Jong. Blind kiest voor de dieptebal naar Depay, die hem laat vallen op Frenkie de Jong. Met enig fortuin ontvangt De Jong de bal en kan hij de bal bij Wout Weghorst krijgen. Weghorst probeert Wijnaldum te bereiken, dit lukt echter niet. Toch liet Oranje aan de linkerkant even zien hoe ‘de derde man’ op juiste wijze toegepast kan worden. Het speelde onder de druk aan de zijkant uit. Iets meer zorgvuldigheid van Weghorst en Oranje houdt hier een mogelijkheid aan over.


De derde man is er meestal op gericht om vooruit de spelen, of een speler aan de bal met z’n aangezicht vooruit te krijgen. Maar het principe kan ook gebruikt worden om ‘even’ achteruit te spelen, om zo weer in een betere positie te komen. In onderstaand driehoekje is dat het geval. Uiteindelijk haalt 5 (Wijndal) de bal uit en kan via keeper Maarten Stekelenburg opnieuw worden opgebouwd.


Letterlijk een paar seconden later wordt de derde man in voorwaartse richting gevonden! Mede omdat Oostenrijk de jacht opent op de gelijkmaker ontstaat er ruimte. Ruimte waarin een derde man in dit geval de diepte kan zoeken. Bondscoach Frank de Boer wisselt de meer statische Weghorst voor de snelheid van Donyell Malen. Dat pakt direct goed uit. Memphis Depay wint zijn duel op het middenveld en kiest er vervolgens niet voor om de bal terug te leggen, maar weg te draaien. Dat geeft hem de ruimte om een andere ‘derde man’ die van tevoren in beweging is weg te sturen.


Het laatste voorbeeld hieronder geeft aan hoe het ‘derde man’-spelprincipe gehanteerd moet worden. Tot twee keer toe wordt de bal goed ingespeeld (1), is de diepe man aanspeelbaar (2) en staat er een derde man (3) klaar om de bal te ontvangen en direct een goed vervolg te geven. Na deze aanval neemt Memphis Depay de bal mee. Hij kiest voor een afstandsschot, dat hoog over gaat.


Meer weten?
- 2 boeken over methodische stappen bij spelprincipes
- E-learning (3 KNVB-studiepunten)
- Het boek Trainen op spelprincipes
- Ook in onze Trainingsplanner zijn verschillende oefeningen te vinden met betrekking tot het trainen van dit spelprincipe
Een trainingsvorm van Oranje in voorbereiding op het EK, die uitermate geschikt is voor het oefenen op het spelen met de derde man.