Mijn account AbonnerenInloggen
  • Home
  • Vakblad
  • Mediatheek
  • TrainingsPlanner
  • CoachVak
  • Academie
  • Shop
  • Artikelen
  • VBT Basis
  • Meer
    • Trainer gezocht
    • Nieuwsbrief
    • Top 200
    • Rinus Michels Awards
    • Ideeënbox
    • Adverteren
    • Klantenservice
    • Abonneeservice
    • Contact

Home > Artikelen > Metamorfose van Oranje in het eerste jaar van bondscoach Ronald Koeman

Metamorfose van Oranje in het eerste jaar van bondscoach Ronald Koeman

9 november 2019 | Paul Geerars | Senioren, Tactiek, Formaties, Spelprincipes, Visie, Nat. (jeugd)teams

‘Tactische flexibiliteit vanuit een duidelijk raamwerk’

Ongeveer een jaar geleden werd Ronald Koeman gebeld door KNVB-directeur Eric Gudde om te praten over het bondscoachschap. We zijn nu tien interlands verder en Nederland houdt weer van Oranje. De kers wordt in juni 2019 op de taart gezet als Nederland aantreedt in de finalewedstrijden van de Nations League. Het kan verkeren. Hoe kijkt de bondscoach zelf naar de ongekende opmars van zijn team?

Ronald Koeman: ‘Eric Gudde en ik vonden dat er wat moest veranderen bij Oranje. Zo kwamen we te spreken over de trainingslocatie en het hotel. Oranje zat de laatste jaren in Huis ter Duin en trainde doorgaans op het veld van Quick Boys. Dat wilden we dichter bij ‘huis’ halen. De KNVB heeft nu een professionele campus, waar Oranje als vlaggenschip niet misstaat. Het trainingsveld is zeer goed, net als ons hotel annex conferentiecentrum Woudschoten, op een paar honderd meter van de KNVB-campus. Ons huidige onderkomen blijkt uitermate geschikt voor het teamproces. Ik denk echt dat het team hechter is geworden het afgelopen jaar. We hebben een aparte vleugel in het hotel, waar de spelers tijdens hun activiteiten regelmatig in grotere groepen zijn te vinden. Dat zie je als trainer toch liever dan dat ze zichzelf met tweetallen ‘opsluiten’ in hun eigen kamer.
Het grootste compliment na een jaar werken met Oranje is dat het publiek weer graag kijkt naar het team. Natuurlijk zullen de overwegend goede resultaten daar een rol bij spelen, maar daar gaat het niet uitsluitend om. We hebben echt een voorbeeld kunnen nemen aan het Nederlands vrouwenteam. Natuurlijk boekten zij aansprekende resultaten, maar misschien was hun manier van presenteren wel veel belangrijker voor het imago van dat team. Daar kon het mannenteam wat mij betreft wel wat van leren en ik denk dat de spelers daar uitstekend invulling aan hebben gegeven.’

Keuze voor systeem
‘Toen ik begon als bondscoach had ik het idee ‘We zijn niet de beste van de wereld’, dus op basis van alle beschikbare spelers gingen we nadenken over een systeem waarmee we vanuit een goede organisatie toch optimaal zouden kunnen presteren. Ik zag dat we veel goede centrale verdedigers hebben. Ik zag goede aanvallend ingestelde backs, die verdedigend nog een vraagteken waren op topniveau. En op het middenveld hadden we ook veel kwaliteit lopen. Voorin was het beschikbare spelersmateriaal beperkt. Op basis van deze analyse, die in werkelijkheid natuurlijk veel uitgebreider was dan wat ik hierboven voor het gemak snel opsom, kwamen we uit op een speelwijze met drie of vijf verdedigers. Dat systeem heb ik ook als clubcoach bij gelegenheid gebruikt, in fases van een seizoen of specifiek tegen een bepaalde tegenstander. De eerste wedstrijd was tegen Engeland. We speelden een soort 1:3:4:3 en het werd duidelijk dat we op deze wijze niet goed functioneerden. We hadden wel een vijfmans verdediging, maar speelden veel te ver uit elkaar waardoor we grote problemen hadden. Als de drie voorin uitstapten, kregen we veel te grote ruimtes rondom de twee spelers op het middenveld. Sterling zakte als spits heel laat uit en daardoor werden we bijna ‘vermoord’ (zie tekening 1).

Nederland-Engeland (0-1). ‘Als de drie voorin uitstapten, kregen we veel te grote ruimtes rondom de twee spelers op het middenveld. Sterling zakte als spits heel laat uit en daardoor werden we bijna ‘vermoord’.’

 

Tegen Portugal werd het meer een 1:5:3:2, hetgeen prima paste voor ons omdat Portugal twee middenvelders had en wij daar een overtal hadden met drie (zie tekening 2). We hebben wel doorgeborduurd op de vijfmans verdediging. Memphis Depay en Ryan Babel speelden toen voorin. Zij moesten onder meer verhinderen dat de tegenstander via de 6 maar zo naar de overkant kon spelen.

Portugal-Nederland (0-3). ‘Tegen Portugal werd het meer een 1:5:3:2, hetgeen prima paste voor ons omdat Portugal twee middenvelders had en wij daar een overtal hadden met drie.’

 

De wedstrijden tegen Slowakije en Italië hebben we ook gebruikt om vast te houden aan de uitgangspunten van deze formatie. Dit resulteerde twee keer in een eerste helft die niet goed was. Vervolgens zijn Dwight Lodeweges en Kees van Wonderen naar het WK gegaan om wedstrijden te zien. Ze hebben onder meer naar onze twee tegenstanders in de Nations League gekeken, maar ook naar landen zoals België die we geregeld met drie achterin zagen.

Wij zijn op zoek gegaan naar een systeem waarin we de speelwijze eenvoudig kunnen veranderen. Dus dat we binnen een wedstrijd kunnen schakelen van vier naar drie en van drie naar vier achterin. Een belangrijke vraag daarbij is wat we doen als de tegenpartij met drie aanvallers speelt, zoals Italië dat deed. Toen hadden we het vooral verdedigend heel moeilijk met hun lopende mensen. Dan kom je op het middenveld een man tekort als je met vijf verdedigers speelt. Met vier verdedigers kom je dan beter uit.
Ondertussen zagen we de ontwikkeling van internationals bij Ajax en PSV en kwamen we uit op een ‘basisformatie’ die moeilijk in getallen is uit te drukken. We zien in elk geval een keeper, drie verdedigers, een linksbuiten, een spits en een viermans blok op het middenveld (‘the box’). En dit kun je ook spiegelen, met dus een echte rechtsbuiten waarbij de linksback dan hogerop staat. Wij denken dat we hiermee flexibel kunnen switchen van systeem om tegen specifieke tegenstanders in onze kracht te komen, of juist het gevaar van de tegenpartij te beteugelen. In de wedstrijden tegen Frankrijk en Duitsland zag je bijvoorbeeld dat dit plaatje misschien wel het uitgangspunt was, maar dat we op basis van analyses en ons tactisch plan cruciale nuanceverschillen in de uitvoering lieten zien. Voorspelbaar voor ons want we hebben erop getraind. Enigszins onvoorspelbaar voor de tegenpartij.
Ook Ajax en PSV vertonen kenmerken van deze speelwijze. PSV vaak met twee tienen. Ajax vaak met rechtsback Noussair Mazraoui hoog op, of met beide hoge backs en een inzakkende Frenkie de Jong. Dušan Tadić en Hakim Ziyech spelen ook vaak aan de binnenkant. Bij deze clubs spelen niet alleen maar onze internationals, maar het helpt wel mee aan de verdere speelwijzeontwikkeling als ze er ook bij hun club mee worden geconfronteerd. Omgekeerd hebben wij bij Oranje ook videobeelden laten zien van het spel van Ajax en PSV, om aan te kunnen geven wat we belangrijk vinden in onze speelwijze.

Een plaatje is maar een plaatje, en zo werkt het natuurlijk niet op het voetbalveld. Ik denk dat we met de basisformatie op de afbeelding flexibel kunnen inspelen op veel tactische situaties, zowel aanvallend als verdedigend. Het helpt dan wel dat we spelers hebben die comfortabel zijn op meerdere posities zoals bijvoorbeeld Frenkie de Jong en Daley Blind.
Verder hebben we Georginio Wijnaldum nu als aanvallende middenvelder. Ik heb hem bij Liverpool gezien in de rol van zowel verdedigende als aanvallende middenvelder. Als bijvoorbeeld hun aanvallers zoals Mané aan de binnenkant kwamen te spelen, was er voor Wijnaldum veel minder ruimte om er als aanvallende middenvelder bij te komen. Dan werd hij meer controlerend. Het liefst zie ik hem in Oranje als een aanvallende middenvelder die nadrukkelijk moet uitkomen in het zestienmetergebied van de tegenpartij. (zie tekening 3 en afbeelding)’

Frankrijk
‘Ik realiseer me dat het gevaarlijk is om conclusies te trekken op basis van een enkele wedstrijd, maar toch wil ik stellen dat je de ontwikkeling van dit Oranje vooral kunt terugzien in het verschil tussen de beide wedstrijden tegen Frankrijk. In de uitwedstrijd kregen we in de eerste helft geen druk op de bal en kwamen we vaak pas in de buurt van ons eigen zestienmetergebied in balbezit. In die wedstrijd was Ryan Babel nog heel erg bezig met het verdedigen van zijn directe tegenstander, rechtsback Benjamin Pavard. In de thuiswedstrijd zagen we dat hij geregeld meters ‘pikte’ en dat hij hun rechter centrale verdediger, Raphaël Varane, kon vastzetten als de bal aan hun linkerkant was (zie foto). Dat is voor mij een typisch voorbeeld van de stappen die dit team heeft gemaakt.

Fragment uit Nederland-Frankrijk. ‘Babel pikt meters richting de rechter centrale verdediger van Frankrijk, in plaats het volgen van de vleugelverdediger van Frankrijk.’

 

Wat betreft de uitwedstrijd: we waren niet zo blij met de positie van Wijnaldum. We wilden hem eigenlijk als ‘10’ hebben tussen Kanté en Pogba, zodat hij een van beide spelers onder druk kon zetten. Maar we hadden vaak problemen aan onze rechterkant waar de Fransen een overtal creëerden met Giroud, Matuidi en Hernandez (zie tekening 4).

Frankrijk-Nederland (2-1). ‘Uit tegen Frankrijk hadden we vaak problemen aan onze rechterkant waar de Fransen een overtal creëerden met Giroud, Matuidi en Hernandez.’

 

Voorafgaand aan de wedstrijd tegen Frankrijk thuis hebben we zoals altijd 11:11 getraind, waarin we de tegenpartij neerzetten zoals we dat verwachtten. Als we 11:11 spelen op de training, coacht Van Wonderen altijd de tegenpartij en houdt Lodeweges zich vooral bezig met de basiself. Deze lijn trekken we door naar de wedstrijden qua taakverdeling op de bank. Dwight focust vooral op het balbezitgedeelte, terwijl Kees zich vooral richt op het drukzetten en verdedigen ten opzichte van de tegenpartij. We zitten naast elkaar op de bank en wisselen dan de belangrijkste informatie uit op basis van wat we zien. Ik moet in dit kader altijd terugdenken aan mijn voormalige assistent Tonny Bruins Slot, die ook jarenlang voor Johan Cruijff heeft gewerkt. Hij was in staat om na een paar minuten in te schatten of ‘het goed stond’ wat ons team betreft. Dit kwam vooral doordat hij zich vooraf zo gedetailleerd had voorbereid op de tegenstander. Met elk scenario had hij rekening gehouden.
Ik merk dat ik aan het begin van de wedstrijd altijd eerst kijk naar de teamorganisatie bij de tegenpartij. Is het plaatje zoals we hadden verwacht? Tegen Frankrijk waren er bijvoorbeeld meerdere scenario’s denkbaar, die we al hadden gezien in hun wedstrijd tegen Duitsland, waarin ze na ruim een half uur veranderden van systeem en echt met drie middenvelders gingen spelen. Eerder speelden ze tijdens het WK veelal zonder een echte linksbuiten. Toen was Blaise Matuidi hun vierde middenvelder en speelde Antoine Griezmann achter Olivier Giroud, met Kylian Mbappé aan de rechterkant. Thuis tegen Frankrijk konden wij vlak voor de wedstrijd niet aan de namen op het wedstrijdformulier zien hoe ze zouden gaan staan. Vaak is dit wel het geval, maar nu dus niet. Dan is het zaak dat je bij en na de aftrap snel zicht hebt op hun plannen en of dit past binnen de scenario’s waarop we onze spelers hadden voorbereid. Dat was gelukkig het geval. Was ik de bondscoach van Frankrijk geweest, dan had ik voorafgaand aan die wedstrijd niet zo de rol van onze Frenkie de Jong benadrukt, maar hem wél anders bespeeld. Nu waren we min of meer ‘gewaarschuwd’. Kanté ging rechtshalf spelen en zocht vaak De Jong op als deze in balbezit kwam. Bij de aftrap zagen we de punt naar achteren van Frankrijk, met Enzonzi die tegen Georginio Wijnaldum kwam te spelen en Matuidi tegen De Roon.

Waar Frenkie de Jong zich veel liet uitzakken vanuit het middenveld, ging linksback Daley Blind hogerop staan en Ryan Babel wat meer naar binnen. Dan speelden we eigenlijk met drie tienen (zie tekening 5).

Nederland-Frankrijk (2-0). ‘Waar Frenkie de Jong zich veel liet uitzakken vanuit het middenveld, ging linksback Daley Blind hogerop staan en Ryan Babel wat meer naar binnen. Dan speelden we eigenlijk met drie tienen.’

 

Met De Jong en onze twee centrale verdedigers zouden we 3:2 staan als Frankrijk met Griezmann en Giroud daar had gespeeld. Nu speelde Frankrijk met drie aanvallers die breeduit stonden, maar dan is het de kwaliteit van De Jong om ook dan ruimtes te zien, om daarin te bewegen en in te dribbelen (zie tekening 6). Dat dwingt een tegenstander om uit te stappen, waarna er elders weer ruimte ontstaat. Zo worden 2:1/2:2-situaties gecreëerd. Dit zorgt voor veel beweging in het team. Iedereen moet dan continu zijn positie aanpassen, door zich heel goed te oriënteren op het veld. Bij sommigen is dit aangeboren, bij anderen vergt het veel samen trainen, spelen en bespreken. Het gaat hier steeds om meters. Zakt De Jong links van linker centrale verdediger Virgil van Dijk in, dan kan laatstgenoemde ‘blijven’. Maar komt De Jong tussen beide centrale verdedigers uit, dan moet Van Dijk dus wat meer naar buiten uitwijken. We vinden wel dat De Jong beter kan wégblijven in situaties waarin onze centrale verdedigers tegen één spits 2:1 komen te spelen.
We kozen tegen Frankrijk bewust voor hoge backs, omdat we wisten dat Griezmann en Mbappé weliswaar vaak hun verdedigende taak doen, maar ook weleens een speler ‘laten lopen’. Dat schept mogelijkheden in balbezit aan de flanken.’

‘Nu speelde Frankrijk met drie aanvallers die breeduit stonden, maar dan is het de kwaliteit van De Jong om ook dan ruimtes te zien, om daarin te bewegen en in te dribbelen.’

 

Duitsland
‘In de eerste wedstrijd thuis tegen Duitsland kwamen we aanvankelijk in de problemen aan onze rechterkant. Duitsland deed het daar heel goed, door Timo Werner die bij ons Matthijs de Ligt probeerde te binden. De spelers aan onze rechterkant, Denzel Dumfries en Steven Bergwijn, werden verdedigend gezien voortdurend voor keuzes gesteld en kwamen soms in ondertal, zeker als hun linksback Hector voorbij Steven Bergwijn was. Duitsland heeft een speelwijze met veel beweging die moeilijk is te bespelen.

In balbezit hadden wij problemen om onze vrije nummer tien te vinden. Joshua Kimmich speelde tussen onze twee tienen, Bergwijn en Wijnaldum, in en kwam steeds over aan de balkant, waardoor onze tien aan de contrakant wel vrij stond, maar moeilijk bereikbaar bleek.

Dan de uitwedstrijd. We verwachtten Duitsland in een soort 1:3:4:3. In ieder geval met drie verdedigers. Het systeem waarin Duitsland voetbalt, is moeilijk om tegen te spelen. We hebben met de staf goed overlegd hoe we dit het beste tegemoet konden treden. Daarbij komt dat de uitwedstrijd tegen Duitsland een paar dagen na de wedstrijd tegen Frankrijk was. Oftewel, je hebt een dag herstel, een reisdag, een training in het stadion en er blijft verder relatief weinig tijd over om je spelers op deze tweede wedstrijd voor te bereiden. Terwijl je ervan mag uitgaan dat Duitsland zijn oefenwedstrijd tegen Rusland juist in dienst heeft gesteld van de wedstrijd tegen ons.

In de aanloop naar de wedstrijd in Gelsenkirchen hebben we aan de spelers gevraagd of ze dachten dat we ook tegen Duitsland konden vasthouden aan ons eigen systeem. Toen hebben we laten zien hoe we Duitsland verwachtten. Het bleek dat een grote meerderheid van de groep vertrouwen had in het eigen team tegen een ploeg die totaal anders speelt dan Frankrijk. Eigenlijk vertoont het spel van Duitsland heel wat overeenkomsten met de manier waarop wij willen voetballen. Duitsland probeert ook een derde man in de opbouw te betrekken. Zij stáán er al met drie, terwijl wij meestal twee plus één krijgen, bijvoorbeeld met Frenkie de Jong die zich laat uitzakken. De backs gaan dan hogerop, of je houdt één back achterin bij de centrale verdedigers en dan kan De Jong op het middenveld blijven. Tegen Duitsland bleef De Jong, vergeleken met de wedstrijd tegen Frankrijk een paar dagen eerder, wat meer op het middenveld, omdat er minder ruimte voor hem was om in te zakken. Duitsland had ‘twee tienen’ achter de spits. Wij speelden aanvankelijk met onze vleugelverdedigers ‘vlak’. Daley Blind wilden we liever niet tegen de flankspeler van Duitsland aan de rechterkant, Thilo Kehrer, laten oplopen. Liever wilden we de backs lokken en dan gebruikmaken van de ruimte die in hun rug ontstaat.

Als we kijken naar de 1-0 van Timo Werner van Duitsland, zien we dat onze centrale verdedigers uit elkaar worden getrokken. Het is prima gespeeld van Duitsland, maar het mag ons niet gebeuren. Hier ligt een belangrijke les voor ons in de toekomst, niet in de laatste plaats omdat we dezelfde tegenstander wederom twee keer treffen voor de EK-kwalificatie.

‘Vlak voor de 1-0 van Duitsland gaan er minimaal twee zaken mis.
1. Er is onvoldoende druk op de balbezitter van Duitsland.
2. De onderlinge afstand tussen onze twee centrale verdedigers is hier te groot.’

Ook de 2-0 ontstaat uit een open spelsituatie waarin Duitsland een vrije middenvelder creëert, Toni Kroos, die de assist kan geven op doelpuntenmaker Leroy Sané. Bij ons worden onze twee zessen min of meer gebonden net voor onze laatste linie waardoor niemand durft uit te stappen om druk op de bal te geven (1). Achterin is nu de onderlinge afstand tussen Matthijs de Ligt en rechtsback Kenny Tete te groot (2). Juist tussen deze twee spelers duikt de doelpuntenmaker op.

Om die onderlinge afstanden beter voor elkaar te hebben, kun je wellicht beter met drie centrale verdedigers spelen, waardoor de backs tegen de flankspelers van de tegenpartij komen te spelen. Dan kun je de ruimtes beter vullen.
We hadden ook vooraf besproken dat Frenkie de Jong naar achteren zou gaan als we in de problemen zouden komen. De omzetting werd in de rust definitief, maar al in de eerste helft maakten we hier een begin mee. Op dat moment is het tegen Duitsland eigenlijk systeem tegen systeem: achterin drie tegen drie en de backs tegen elkaar. Ik ben een trainer die individueel praat met spelers in aanloop naar een wedstrijd, en zo ook in de dagen voor de wedstrijd in Duitsland. We bespreken dan het plaatje zoals wij staan ten opzichte van de tegenpartij, maar ik neem ook de mogelijkheden door om te veranderen als dat nodig is. Hier val ik niet het hele team mee lastig. Ik kies een aantal sleutelposities uit en bespreek het dus eerder individueel dan in een teambespreking.’

Schakelen
‘In mijn ideaalplaatje zijn wij in staat om ook binnen een wedstrijd te schakelen, zodat we niet in de problemen komen als een tegenpartij een keer anders drukzet. Natuurlijk hebben we bepaalde uitgangspunten, maar dat wil niet zeggen dat het plaatje er negentig minuten lang hetzelfde uitziet. Sterker nog, liever niet zelfs, want we willen niet voorspelbaar zijn. Ik heb, zoals elke bondscoach, te maken met spelers die van verschillende clubteams komen, met ieder hun eigen taken en functies binnen een bepaalde positie. Virgil van Dijk heeft bij Liverpool een duidelijk andere rol binnen de opbouw dan bijvoorbeeld Matthijs de Ligt, wiens spel bij Ajax al wat meer lijkt op de manier van voetballen bij Oranje. Van Van Dijk wordt bij zijn club verwacht dat hij centraal blijft tijdens de opbouw, en zijn vleugelverdedigers spelen vaak ‘hoog’. De Ligt past zijn positie in de opbouw ook bij zijn club geregeld aan, afgestemd op bijvoorbeeld een inzakkende middenvelder of een laag- of hoogspelende back.’

Dit is een deel van het openingsartikel met bondscoach Ronald Koeman, dat verscheen in De Voetbaltrainer 239.

Om dit artikel te bekijken moet je zijn ingelogd en geabonneerd op CoachVak.

Inloggen Abonneren

 

Delen
Gerelateerd

Top 200 2025-2026

Voor de twaalfde keer heeft De Voetbaltrainer de Top 200 van hoogstspelende jeugdopleidingen in het […]
Lees verder

Trainen op omschakelen

Toptrainers wijzen vaak op het belang van het omschakelen van aanvallen naar verdedigen. Zo spreken […]
Lees verder

Futsal-bondscoach Miguel Andres: ‘Constant aanpassen absolute vereiste’

Het Oranje Futsalteam beleefde in september een ongekend WK-avontuur in Oezbekistan. De Spaanse bondscoach Miguel […]
Lees verder
  • Home
  • Vakblad
  • Mediatheek
  • TrainingsPlanner
  • CoachVak
  • Academie
  • Shop
  • Artikelen
  • VBT Basis
  • Meer
    • Trainer gezocht
    • Nieuwsbrief
    • Top 200
    • Rinus Michels Awards
    • Ideeënbox
    • Adverteren
    • Klantenservice
    • Abonneeservice
    • Contact
Abonneren Inloggen
Een uitgave van

Over De Voetbaltrainer

Als trainer/coach wil jij je blijven ontwikkelen. 

De Voetbaltrainer maakt dit op een leuke én effectieve manier mogelijk. Je vindt over nagenoeg elk onderwerp vakinformatie in de vorm die bij jou past. 

Met De Voetbaltrainer lees, bekijk en leer je alles over het trainersvak, waar en wanneer jij maar wilt.

Onze uitgaven

  • Vakblad
  • Mediatheek
  • TrainingsPlanner
  • Academie
  • CoachVak
  • VBT Basis

Contact

  • Over ons
  • Contact
  • Klantenservice
  • Nieuwsbrief

Volg De Voetbaltrainer

  • Disclaimer
  • Leveringsvoorwaarden
  • Cookiebeleid
  • Privacyverklaring
  • Privacy instellingen
  • Eisma Content Marketing
  • Studio Eisma