Spelprincipes zijn tegenwoordig erg populair onder trainers. En dat is logisch, want ze geven veel houvast aan spelers. Maar om het spel écht te versnellen en om automatismes te creëren, is het heel waardevol deze principes uit te werken in een aantal vaste spelpatronen. In dit artikel lees je hoe je dat doet en vooral: hoe je deze spelpatronen vervolgens aanleert.
Een spelpatroon is in feite een vast verloop van een bepaalde voetbalsituatie. In de opbouw gaat de bal bijvoorbeeld van A via B naar C via een vooraf bedacht patroon. Tijdens het verdedigen kun je bijvoorbeeld denken aan een afgesproken manier van drukzetten.
Voorbeelden
Hieronder vind je enkele voorbeelden van spelpatronen.
- De tegenstander zet met twee man voorop druk en laat de controleur vrij, maar schermt met dit duo wel de passlijnen naar hem af. De rechter centrale verdediger ontvangt de bal en kan de controleur dus niet rechtstreeks bereiken. De rechtshalf herkent dit en komt naar de bal toe. Hij kaatst als verbindingsspeler op de controleur, die het spel vooruit kan verplaatsen (afbeelding links).
- De bal is aan de linkerkant en een middenvelder verplaatst het spel naar rechts. De rechtsvoor ontvangt de bal en staat in een frontale 1:1 met de back van de tegenstander. De rechtsback herkent dit en sprint buitenom. Dankzij deze overlap komen de back en buitenspeler in een 2:1-situatie. De buitenspeler kan de bal buitenom meegeven of zelf naar binnen dribbelen (afbeelding midden).
- De tegenstander speelt de linker centrale verdediger in. De aanvallende middenvelder van het verdedigende team verlaat zijn positie en tegenstander en stapt uit op deze speler. De linkshalf dekt tegelijkertijd door op de controlerende middenvelder van de tegenstander. De linksvoor kantelt naar binnen en speelt tussen ‘zijn’ back en de vrijgekomen rechtshalf in (afbeelding rechts).



Principes en patronen
Principes en patronen verschillen dus van elkaar, maar versterken elkaar ook. In feite is een spelpatroon een afgeleide of een toepassing van een spelprincipe. Je wilt bijvoorbeeld een overtalsituatie creëren (principe). Dat gebeurt door middel van een overlap na een kantwissel (patroon). Of je wilt de tegenstander weinig tijd en ruimte geven (principe). Dat gebeurt door op het middenveld door te stappen op de centrale verdediger (patroon).
Kortom, een principe is vaak algemeen en een patroon specifiek. Een principe geeft aan wat er moet gebeuren en een patroon hoe dit gebeurt. Principes gelden altijd, patronen kun je alleen toepassen als de specifieke situatie zich ervoor leent. Hieronder zie je meer verschillen tussen principes en patronen.
Spelprincipes | Spelpatronen |
Algemeen | Specifiek |
Onafhankelijk van de situatie | Afhankelijk van de situatie |
Abstract | Concreet |
Gelden (nagenoeg) altijd | Kunnen lang niet altijd |
Zorgen voor duidelijke kaders | Zorgen voor automatismen |
Bieden flexibiliteit | Bieden vastigheid |
Nuttig in chaotische situaties | Nuttig in overzichtelijke situaties |
Typen spelpatronen
Over het thema spelpatronen hebben we als redactie een online cursus ontwikkeld. Dit gebeurde in samenwerking met drie trainers uit het betaalde voetbal: Jan Zoutman, Adrie Poldervaart en Marinus Dijkhuizen. In deze cursus onderscheiden we vier soorten spelpatronen.
- Opbouwen door de as
- Aanvallen via de vleugel
- Diepte achter de verdediging
- Verdedigen
Voor elk van deze thema’s zijn in de cursus vijf spelpatronen te vinden. Die worden uitgewerkt met praktijkvoorbeelden uit wedstrijden (in de vorm van bewerkte videobeelden) en trainingsvormen. Ook voegen de genoemde trainers uit het betaald voetbal toe hoe zij de spelpatronen bij hun team trainbaar maken. Een paar voordelen van deze cursus vind je hieronder.
- Drie KNVB-studiepunten
- Te volgen in je eigen tijd
- Onbeperkt pauzeren en hervatten
Meer informatie over cursus >>


Trainen op spelpatronen
Daarnaast hebben we over het thema spelpatronen een boek samengesteld. Dit boek bestaat in zijn geheel uit oefenstof. Voor 25 verschillende spelpatronen lees je hoe het patroon werkt en hoe je erop kunt trainen. Door een paar van deze patronen goed op spelers over te brengen, slijp je automatismes in en verbetert de onderlinge samenwerking.
