Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 273, met onder andere een special over de jeugdopleiding van Vitesse.
De Middenbouw bestaat bij Vitesse uit de Onder 13, Onder 14 en Onder 15. Binnen deze leeftijdscategorieën treden doorgaans grote verschillen op in fysieke ontwikkeling van spelers. Een ‘laatrijpe’ speler uit Onder 15 kan in lichamelijk opzicht soms niet of nauwelijks opboksen tegen een ‘vroegrijpe’ voetballer uit Onder 13. Daarom traint Vitesse op maandag in groepen die zijn ingedeeld op basis van biologische leeftijd. Coördinator Onder- en Middenbouw Michael Jansen vertelt erover.
P1, P2 en P3
Kunt u vertellen wat de concrete gevolgen zijn van de keuze om deels op basis van biologische leeftijd te trainen?
Michael Jansen: ‘De spelersgroepen van Onder 13, Onder 14 en Onder 15 trainen bij Vitesse vier keer week. Deze spelers worden één keer per maand gemeten. Daar zijn speciale formules voor. Wij als trainers krijgen daarna een lijst, waarop staat in welke fase van de groei de spelers zich bevinden. Op maandag trainen zij tegelijkertijd, en op die dag delen we ze in op biologische leeftijd. Dit is de leeftijd waarin zij zich bevinden, gerelateerd aan de fase van de groei waarin zij zitten. We hebben dan drie categorieën: P1 is de groep van jongens die zich nog vóór de groeispurt bevinden, P2 de groep die zich er middenin bevindt en P3 de jongens die de groeispurt reeds achter de rug hebben. Afhankelijk van deze fysieke fase bepalen we welke jongens we welk programma aanbieden. Het spreekt voor zich dat je met spelers in de groeispurt minder explosieve vormen moet doen dan met spelers die deze periode reeds gehad hebben.’
Theorie
Even een stapje terug: de theorie achter deze werkwijze. Vitesse is niet ‘zomaar’ tot deze aanpak gekomen.
‘Wat je als club natuurlijk graag wilt, is spelers goed en eerlijk met elkaar kunnen vergelijken. Dat is erg ingewikkeld als je spelers doorlopend samen in situaties laat trainen en spelen, terwijl ze fysiek in een volstrekt andere fase zitten. En dat zie je natuurlijk in de Middenbouw vaak optreden. Grote en relatief sterke spelers laten trainen en spelen met kleine, relatief nog niet sterke spelers heeft grote invloed op de succesbeleving van beiden. De grotere voetballer wint veel vaker dan de kleinere, die dus ook relatief veel ziet mislukken. Dat heeft invloed op de ontwikkeling en het plezier. Maar deze verdeling maken we dus alleen op de maandagen.’

Evaluatie
Wat zijn de bevindingen van de spelers?
‘We vragen heel frequent feedback van de spelers. Het kan immers nogal impact hebben wanneer een speler uit de Onder 14 met jongere spelers moet gaat trainen. Hij zou dat als een degradatie kunnen zien, maar we constateren dat dit vrijwel nooit zo wordt ervaren. Dat komt waarschijnlijk doordat we voor hem inzichtelijk maken waarom we het doen. Hijzelf heeft dan waarschijnlijk ook wel gezien dat hij regelmatig lichamelijk werd afgetroefd door spelers die wel even oud zijn als hij, maar fysiek veel sterker. Door ze te laten zien dat ze op de maandag in een andere groep goed tot hun recht komen en het nodige succes beleven, vinden ze dit vaak alleen maar prettig. We leggen het goed uit, en dat is de basis waarom het doorgaans prima wordt opgepakt.’